dinsdag 27 december 2016

Oliebollentocht

Morgen staat de tocht der tochten voor velomobielen weer op de agenda. Ik kan het niet meer precies reconstrueren maar voor mij wordt het de derde of de vierde keer dat ik mee fiets.

In 1998 had ik mijn eerste velomobiel, een Verhees Alleweder. Ik woonde toen in Den Haag. Ik vermoed dat ik toen ook meegereden ben met de tocht die toen nog gewoon 'Allewedertocht' heette en die in dat jaar door het in Den Haag gevestigde Kemper Ligfietsen georganiseerd werd.

Verhees Alleweder 1998
Mijn Verhees Alleweder in 1998.

In 1999 organiseerde Kemper Ligfietsen de tocht opnieuw. John Poot, medewerker van Kemper, was in die periode de vaste fietsmaat van Allert Jacobs op de rug-aan-rugtandem. John was één van de eersten die in een carbon uitgevoerde Alleweder reed (C-Alleweder, later Limit). Eind 1999 had mijn Verhees panne, een veerpoot was deels door de wielkast gescheurd. Via John kon ik echter een rode Limit lenen om toch mee te kunnen rijden met de Oliebollentocht, die toen inderdaad niet meer alleen door aluminium Alleweders gereden werd.

Oliebollentocht 1999
Mobiel bellend (!) in geleende Limit (C-Alleweder), oliebollentocht 1999.

Na een paar jaar zonder velomobiel (zo waren die sigaarfietsen ondertussen gaan heten) kocht ik in 2008 een Quest om daarmee van Houten naar mijn werk in Amsterdam te rijden. In 2009 werd de Oliebollentocht vanuit Utrecht georganiseerd en reed ik ook mee. We vertrokken vanaf het Domplein, midden in de stad. Er was dan ook de nodige media-aandacht.

Oliebollentocht 2009
Krantenartikel (krant ?) oliebollentocht 2009.

Dit jaar is het plan om rond 7:30 vanuit Houten te vertrekken en dan via de Stichtse Brug eerst naar Velomobiel.nl te rijden. Daar wil ik de knipperautomaat van de fiets vervangen in de hoop dat daarmee de richtingaanwijzers weer gewoon knipperen (nu branden ze continu). Ik overweeg om verder vanaf Intercitybike de korte route naar Flevonice te rijden en dan direct via Nijkerk huiswaarts te gaan.

vrijdag 23 december 2016

F-Lites razendsnel

Vanochtend leek het alsof de nieuwe F-Lites op mijn Quest zich wat beledigd voelden door de toon van mijn blogpost van gisteren. Ze wilden vandaag duidelijk laten zien dat F-Lites met wat kouder weer flink sneller zijn dan Shredda's want het ging ineens weer razend snel. Mijn snelheid lag op een ritje van krap 50 km bijna voortdurend ruim in de 40. Pardoes reed ik ook 5x een KOM.

Fijne snelle banden, die F-Lites!

donderdag 22 december 2016

Wintertraagheid

Hoewel het algemeen bekend is dat je in de winter minder snel fietst dan in de zomer heb ik moeite me daar bij neer te leggen. Toen de snelheden me onlangs tegenvielen bedacht ik me al fietsende dat ik best nog wel 1 cm lager in de fiets zou kunnen gaan zitten door nog een extra gaatje in de beugel achter het zitje te boren en het zitje op het voorste gat in de beugels op de wielkasten te monteren. Dat zou weer wat sneller moeten gaan.
Één centimeter lager gelegen ging het misschien wel weer ietsje sneller maar nog zeker niet met zomerse snelheden. Hoewel, bij de afdaling van de noordzijde van de Amerongseberg wilde ik me vooral laten uitrollen maar pardoes bleek mijn afdaling volgens Strava de allersnelste van die van ruim 20.000 medefietsers (mijn topsnelheid werd geklokt op 90 km/h).

Nog niet tevreden besloot ik de Shredda's te vervangen door F-Lites omdat die vooral bij lagere temperaturen lichter schijnen te lopen. Het vervangen van de banden had helaas wat meer om het lijf dan gehoopt want rechtsvoor bleek een spaak gebroken. Door de onhandige positie van de betreffende spaak moest ik eerst buiten in de kou het complete wiel loshalen (dit klusje had ik op de Quest nog niet eerder gedaan maar viel al met al erg mee - gelukkig werkte mijn fietsmaker ook mee want hij was zo vriendelijk een 158mm spaak voor me te draaien). Nu met F-Lites én een verse spaak gemonteerd haalde ik echter weer niet de gehoopte snelheden.

Ik wijt de tegenvallende snelheid met de F-Lite in ieder geval deels aan het gesleutel in de koude voorafgaande de rit. Toen ik ging fietsen had ik eigenlijk al een niet te stillen hongergevoel.
Misschien zijn er nog meer factoren die meespelen. Ik vermoed dat het fietsen met schuimkap fysiologisch minder snel gaat doordat het lijf in de vochtige omstandigheden onder de kap minder makkelijk vermogen af wil geven. Ik heb namelijk in mijn lijf het gevoel dat ik gewoon ook minder vermogen lever. Vreemd genoeg heb ik specifiek in mijn benen juist wel weer eerder het gevoel dat ik hard trap. Netto ben ik na een ritje in ieder geval minder moe dan in de zomer. Misschien speelt ook de vorm van de dag mee, die wellicht in het algemeen in de winter lager ligt.

woensdag 7 december 2016

De fietspomp en het ruimteveer

Op 28 januari 1986 verongelukte het ruimteveer Challenger. Alle 7 bemanningsleden kwamen om het leven. Nader onderzoek wees uit dat het ongeluk kon gebeuren doordat een rubberen afdichtring bij de lage temperatuur van 2° Celsius niet goed functioneerde.

Zo'n 30 jaar later zou je verwachten dat de mensheid dankzij de raketwetenschap de kunst van de rubberen afdichtringen bij lage temperaturen tot in de finesses zou beheersen. Een mensenleven kan er immers van afhangen. Helaas, toen ik afgelopen zondag bij een paar graden onder nul een lekke band kreeg, bleek de vervangende binnenband met de SKS E.V.A ventielkop niet zomaar op de verlangde druk van 5 bar te krijgen. De lucht suisde langs de afdichtring, al bij zo'n 3 bar. Pas met veel moeite, door met één hand te pompen terwijl ik met de andere hand de ventielkop recht vasthield, werd de gewenste bandenspanning bereikt.

Volgende keer misschien een SKS E.S.A ventielkop proberen? Of de SKS N.A.S.A?

dinsdag 29 november 2016

Onderhoud fietspomp

Toen in onlangs met een lekke voorband langs de weg stond viel me op dat de SKS Air X-Press fietspomp bijzonder zwaar pompte. Ik kreeg meteen een angstbeeld voor ogen ergens in the-middle-of-nowhere met een lekke band te staan en een pomp die niet functioneert. Thuis gekomen de pomp dus onderhanden genomen.
Ik schroefde de bovenzijde los en kon zo de zuigerstang met zuiger en al verwijderen. Ik voorzag de zuiger van een dikke lik vaseline en voila, de pomp glijdt weer soepel.

Dit was overigens niet de eerste keer dat ik onderhoud aan de pomp pleegde. Oorspronkelijk had de pomp een tweevoudige ventielklem. Echter, als ik daarmee een band met frans ventiel van lucht probeerde te voorzien kwam er of helemaal geen lucht uit het ding of het kwam er via het andere gat uit. Het lukte me niet te achterhalen wat er mis was of wat ik verkeerd deed. Ik bestelde dus een nieuwe ventielklem, speciaal voor een frans ventiel. Omdat ik toen toch met de pomp bezig was zaagde ik er meteen één van de voetsteunen af. Functioneel heb je aan één steun genoeg en waarom zou ik dan extra gewicht en volume meenemen? Overigens is de Air X-Press by design al verrassend licht.

Mijn favoriete fietspomp is overigens de SKS Rennkompressor, in combinatie met een eenvoudige koperen ventieldop /-klem, maar helaas is die wat te zwaar om in de fiets mee te nemen.

woensdag 23 november 2016

If they go low, go lower

Enige tijd terug had ik de ophanging van het zitje aangepast om dieper te kunnen zitten dan met de standaardconfiguratie mogelijk is. Ik had daarvoor de beugel achter het zitje verlaagd en het zitje aan de voorzijde direct aan de beugels op de wielkasten gemonteerd.

Ondertussen had ik het idee gekregen dat nog wat lager, en net nog wat meer naar voren, mogelijk zou moeten zijn. Zolang je zicht niet te veel vermindert heeft lager en meer naar voren zitten eigenlijk alleen maar voordelen. Je stroomlijn wordt beter en je zwaartepunt verschuift zo dat de fiets beter op de weg ligt en minder snel om gaat of sneller de bochten kan nemen.

Vandaag monteerde ik de beugel achter nog één gaatje lager (ik had de vorige keer een reeks extra gaatjes gemaakt, dat kwam nu goed uit). Omdat het zitje hierdoor ook naar voren komt haalde ik de bout waarop het zitje scharniert ook een plek naar achter (anders zou het niet meer passen). Die bout zat in het zitje eerst door het voorste en laagste gat (van de drie gaten van de metalen beugel die standaard op het zitje gemonteerd zit) maar nu moest 'ie ook verder naar achter. Het achterste en hoogste gat van de drie gaten in het zitje zat hiervoor op een nette plek. Door de hogere positie van het gat komt ook zo het zitje ook weer wat meer naar beneden. Het gat uitgeboord van 5 naar 6 mm en voila, alles past weer netjes. Het zitje hangt nu kort boven het huis van het kettinggeleidewiel maar komt er niet tegenaan. Perfect!




Direct een proefrit gemaakt en het zal vast verbeelding zijn maar ik meende te bemerken dat de fiets nu net weer strakker op de weg blijft liggen en ook de snelheid viel me vandaag niet tegen.

vrijdag 4 november 2016

Schwalbe 7A vs 7C vs 6

Recent een paar keer achter elkaar een lekke band gehad, waaronder bij een Shredda die er nog geen 200 km op lag. Nu is de herfst een periode waarin je eerder lek rijdt dan in de zomer maar er bleek meer aan de hand. Ik had laatste keren behoorlijk moeite om de binnenband zonder proppen en dus zonder vouwen in de buitenband te krijgen. Bij de meest recente lek viel me aan de binnenband op dat 'ie er uit zag alsof 'ie dubbel had gezeten. Dat was op de plek van het lek.

Ik legde de biba, minimaal opgeblazen, op de Shredda en wat bleek, de buitendiameter van de biba was groter dan die van de Shredda. Ik controleer dus de maat die op de band vermeld staat: ETRO 438. Ahum, dat moet dus 406 zijn.

De band was een Schwalbe 7A. Ik meende dat de Schwalbe 7 ook een 406 band was maar dan voor net wat dikkere banden en de A een lichtere variant daarvan. Niet waar dus. Volgens site van Schwalbe had ik een 7C moeten hebben. Nogal verwarrend. Ik denk dat ik maar weer gewoon een 6 om de voorwielen leg.

zondag 11 september 2016

De Quest is terug

De Quest is weer terug! Netjes gerepareerd door Velomobiel.nl. Gisteren heb ik 'm in een vrij relaxed tempo teruggereden, vandaag had ik zin om weer eens lekker hard te trappen. Hoewel ik normaal geen Strava gebruik op de Quest - ik laat me er toch door opfokken en de Quest gaat toch al zo snel - heb ik de rit nu wel geregistreerd. Pardoes reed ik 7x een KOM. Ik vrees dat daar gedonder van komt.

Het was niet mijn bedoeling om KOMs te rijden; die eer gun ik mezelf wel met de RaptoBike maar de Quest is zo veel sneller dan een racefiets dat er inderdaad een aparte klasse voor zou moeten zijn. De laatste KOM op de Achterdijk is er één waar veel Utrechtse fietsers om strijden. Ik was zo lekker aan het trappen daar, bijna thuis dus heerlijk nog even alles geven (ik kon mezelf zelf niet inhouden om te schreeuwen, wat ik anders *nooit* doe) en toen zag ik een snelle jongen voor me rijden. Flink hard reed hij maar ik wilde 'm graag nog minstens even aantikken voordat ik af zou slaan richting Marsdijk. Ik kan dat niet laten, sorry.

vrijdag 2 september 2016

Klimmen met de Eindbaas

Sinds ik weer een Quest heb, januari van dit jaar, heb ik nauwelijks de behoefte gevoeld om met één van mijn andere fietsen te gaan rijden. De rug-aan-rugtandem en de RaptoBike lowracer staan stof te vergaren in de schuur. De Alleweder staat met een wat ribbelig kontje voor het huis nog wat na te hijgen van de recente aanrijding.

Nu de Quest in reparatie is heb ik voor de afwisseling weer eens de tweewieler gepakt. Deze fiets, een RaptoBike lowracer met 2 reguliere 28" racefietswielen, wordt bij ons thuis tegenwoordig 'De Eindbaas' genoemd omdat mijn zoon Joep, die met de Flevobike Amigo prima kon ligfietsen, het niet lukte om er op te rijden. Volgens hem is het de Eindbaas, de meest moeilijk te berijden fiets.

Vóór de Quest gebruikte ik wel eens de app Strava om mijn prestaties op de fiets of hardlopend te kunnen vergelijken met die van anderen. Op de Quest heb ik Strava niet gebruikt maar met de RaptoBike had ik er wel weer zin in om mezelf virtueel wat op te laten jutten. Op de tweede rit met de Raptobike koos ik voor een tocht met twee klimmetjes, de zuidzijde van de Amerongseberg en de noordzijde van de Kaapsche bossen. Mijn ervaring was altijd al dat het met de RaptoBike prima klimmen is maar ik had dit nog niet eerder met Strava geregistreerd.

Enfin, stevig trappend maar niet met het mes tussen de tanden, belandde ik in het Strava-klassement voor het segment van de eindklim Amerongseberg zuidzijde op positie 900 van de ruim 22.000. Bij de beklimming van de Kaapsche bossen kwam ik ook in de top 5%. Mijn voorzichtige conclusie is dat de Eindbaas niet significant slechter kan zijn in klimmen dan een reguliere racefiets.

vrijdag 5 augustus 2016

CRASH - en dat was dan de vakantie

Deze zomervakantie wilden Joep, mijn oudste zoon van 14, en ik een weekje op fietsvakantie met een velomobiel. Omdat een velomobiel niet zomaar te huren is besloot ik er één speciaal voor de vakantie te kopen. Een goede fiets is natuurlijk altijd weer te verkopen ná de vakantie.

Via Ligfiets.net vond ik een Alleweder in goede staat. Ik had niet veel zin in gesleutel dus dat leek me een goede en betaalbare optie. Hoewel het gezegd mocht worden dat de fiets in goede staat was heb ik er toch het nodige onderhoud aan gehad. Ik schreef al over de ketting die kapot ging, banden die ik heb vervangen, een lossige stuurstang en veerpoten die onderhoud (betere demping) en een stuggere veer nodig hadden. In het voorbijgaan daarbij in tweede instantie ook nog het L-profiel van de veerpoten vervangen: die bleken allebei niet meer recht (op zich geen groot probleem maar ik vreesde dat de sterkte van het aluminium zou zijn aangetast). Bij het ene profiel was dat mede door mijn toedoen maar de ander was ook los van mijn gekluns niet netjes recht. Verder heb ik ook nog de cranks vervangen door klassieke oude smallere exemplaren zodat ik minder snel met mijn (mn. rechter-) been tegen de wielkast aan zou komen.

Vanochtend was de fiets er helemaal klaar voor. Joep en ik wilden in een paar dagen een rondje IJselmeer doen; een eerste stop in de Flevopolder, dan via de 'LEL-dijk' naar Noord-Holland en dan via de Afsluitdijk verder. We zouden al fietsende wel zien wat we precies zouden gaan doen.

Helaas liep het anders. We waren nog nauwelijks op weg - de fietsen reden heerlijk -toen op het fietspad tussen Bilthoven en Soest een tegenliggende mevrouw met haar fiets een slinger maakte naar onze weghelft. Ik schrik als ik haar op mijn helft zie komen en hoop dat ze Joep in de Quest op tijd nog bemerkt, maar "KNAL", te laat. In mijn spiegel zie ik mevrouw met fiets en al richting wegdek gaan. Van de schrik ga ik flink in de rem en stuur de Alleweder naar de kant. Helaas had Joep, eveneens geschrokken, mijn plotse rem-actie te laat door en alweer "KNAL", de Quest komt achterop de Alleweder tot stilstand.

Het was een flinke schade bij elkaar. De Quest heeft links een wat diepere kras door de trapper van de fiets van mevrouw maar bovenal aan de voorkant rechts een flink gat. De Alleweder heeft linksachter een aanzienlijk deuk. Mevrouw leek in eerste instantie niets gebroken te hebben, wat voor een oude van dagen een enorm geluk is, maar helaas bleek dat later niet zo te zijn, ze heeft zowel haar schouder als haar elleboog gebroken.


Gat voorzijde Quest


Deuk achterzijde Alleweder

Hoewel de fietsen flink gehavend zijn konden we er met trillende knietjes nog wel mee terug fietsen. Onze fietsvakantie is hiermee volledig in duigen gevallen; duurde niet langer dan één uur. De laatste vakantieweek zal op een andere wijze besteed gaan worden. Morgen zal een flink deel van de dag in ieder geval benut worden voor het uitdeuken van de Alleweder. De Quest mag over twee weken op bezoek in Dronten om gerepareerd en overgespoten te worden.

zondag 24 juli 2016

Dikke 10+

Vanochtend was ik bijtijds wakker. Buiten was het fijn fietsweer, bewolkt maar droog, windstil en nog niet te warm. Sinds lange tijd kreeg ik weer eens zin om een flink stuk lekker hard te gaan rijden. Na alle ritjes in de Alleweder had ik ook echt weer zin in rijden met de Quest.

Ik fietste van Houten via Schalkwijk over de Lekdijk naar de pont van Amerongen. Via de zuidelijke Rijndijk reed ik naar de brug van Rhenen. In Rhenen bracht ik een kort bezoekje aan mijn ouders waarna ik de Heuvelrug over ging naar Elst en Amerongen. Via de Amerongseberg, de Kaapse Bossen en Doorn reed ik terug.

Wat ging het lekker! Wat is een Quest toch een heerlijk snelle, stille en comfortabele fiets ten opzichte van de oude charmante Alleweder. Het snelheidsverschil tussen beide fietsen is bij stevig doortrappen meer dan 10 km/h. Op het heerlijk snelle stuk van de Langbroekerweg, waar de asfalt-elfjes telkens 'sneller, sneller' in mijn oor fluisteren en ik eerder deze week met de (beladen) Alleweder een sprint had gemaakt tot 43 km/h, reed ik nu in een sprint 60 km/h.
Ik begrijp nog steeds niet goed wat het snelheidsverschil tussen beide fietsen zo groot maakt.

Het ging dus heerlijk snel. Op de dijk waren veel racefietsers en dat werkt voor mij als een rode lap op een stier. Doorgaans reed ik ze met 43 à 46 km/h voorbij. Omhoog bij de sluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal nabij Wijk bij Duurstede (Romeinenbaan) probeer ik sowieso altijd flink hard te trappen. Dit keer had ik mazzel: er reed een peloton racefietsers voor me. Vlak voor het hoogste punt haalde ik ze in met een respectabele 48 km/h. Een nieuw persoonlijk record!
Het inhalen van racefietsers werkt stimulerend maar omhoog is het pas echt leuk! Op de Amerongseberg waren ook de nodige racefietsers. Ik reed ze allemaal omhoog voorbij. Ééntje probeerde me nog te volgen nadat ik 'm met 25 km/h voorbij was gegaan maar het werd toen snel minder stijl zodat hij kansloos was.

Als ik zo aan het racen ben merk ik wel dat ik minder voorzichtig ga fietsen. Ik stoor me dan bijvoorbeeld aan een auto die me inhaalt om bijna direct daarna te moeten remmen (vaak voor breed naast elkaar fietsenden bejaarden met elektrische fietsen) zodat ik ook moet remmen. Ik heb een hekel aan remmen... Dat stimuleert me dan om vervolgens te proberen om die auto zo goed mogelijk te volgen (doorgaans op een 60 km/h-weg). Soms rijd ik daarbij harder dan achteraf verstandig.

Om geen verkeerd beeld te wekken: nadat ik een stukje echt hard gegaan ben fiets ik doorgaans ook wel weer stukjes wat rustiger, bijvoorbeeld zo'n 36 km/h. Als ik dat doe krijg ik snel weer zin om 40+ te gaan rijden of nog harder. Deze afwisseling levert denk ik een goede training voor het ontwikkelen van snelheid en is bovendien ook erg leuk.

zaterdag 23 juli 2016

Oefenvakantie en meer fietsonderhoud

Afgelopen donderdag en vrijdag zijn Joep en ik op een korte fietsvakantie gegaan. We fietsten van Houten naar Harskamp om eens te proberen hoe het is om samen met Quest (Joep) en Alleweder (ik) op vakantie te gaan. Wel, dat ging goed! Vooral in de Alleweder kan je veel bagage in kwijt. In de Alleweder vervoerden we tent (achter het zitje), twee slaapmatten en één slaapzak (in de staart), wat eetspullen en wat kleding (naast de zitting). Resterende zaken konden in de Quest.


Quest, Alleweder en tent

Het fietsen ging ook uitstekend. We reden doorgaans zo'n 32 a 34 km/h met op het einde van de terugrit wat uitschieters in de 40 (jawel, ik kon op goed asfalt met alle bagage in de Alleweder een stukje 43 rijden).

De Alleweder slaagde voor generale repetitie maar toch was ik niet helemaal tevreden. Vooral de vering van het rechter wiel was naar mijn zin veel te slap. Het nadeel van slappe vering is vooral dat het inveren een versterkende werking heeft op het stuurgedrag. Fijn strak een bocht maken is zo lastig.

Weer thuis ging ik meteen aan de slag. Ik maakte de rechter veerpoot los en belde met Velomobiel.nl. Ik kon gelukkig meteen langskomen, veerpoot mee in de auto. Behalve dat de veerpoot geen enkele demping meer had (wat Theo corrigeerde met een stukje tape onder het wrijvingsrubbertje) was er verder niets mis mee. De blauwe veer werd vervangen door een rode en een blauwe veer (zoals de Quest standaard afgeleverd wordt). Ik nam ook nog wat onderdelen mee om zelf ook de andere veerpoot onder handen te kunnen nemen.


Veerpoot

Met de stuggere veerpoot op de Alleweder geplaatst bleek nu zoals verwacht juist de linker veerpoot slapper. Die schroefde ik er dus snel uit om 'm dezelfde behandeling te geven zoals ik Theo had zien doen.
Echter, de kunststof dop op de veerpot zat zo enorm strak dat ik 'm er niet af kreeg. Ik schroefde de zuiger met een bout vast aan een plank waar ik eerst een gat in geboord had. Die plank met hangende veerpoot hing ik tussen twee houten tuinstoelen. Met een flinke hamer en een stukje hout ga ik flinke tikken op de onderste dwarse constructie op de veerpoot. Zonder resultaat, of helaas met ongewenst resultaat. Onder het geweld van de hamer was dat deel waar de kogels op gemonteerd worden krom gaan staan. Ahum... Met de zelfde hamer en een stuk hout tikte ik het geheel weer min of meer recht. Ik vermoed dat dit niet of nauwelijks impact heeft op de verdere wielophanging en uitlijning. Een onderdeel om in de gaten te houden en eventueel te vervangen.
Ondertussen was opgeven geen optie meer, die veerpoot moest open. Zoals ik Theo ook had zien doen tikte in nu met de hamer met een stukje hout er tussen op de as. Dat werkte gelukkig wel, de dop kwam los.

Ondank het verschil tussen beide veerpoten bleek ook hier een blauwe veer in te zitten. Vervangen van de veer is verder zeer eenvoudig. Wat meer werk zat er in het goed uitkienen van de beste hoeveelheid tape voor onder het wrijvingsrubber.
Voor ik de kunststof dop terugplaatste bewerkt ik 'm met wat schuurpapier om het verwijderen een volgende keer makkelijker te maken.

Toen de beide poten weer op de fiets gemonteerd waren besloot ik toch nog aandacht te besteden aan de wielbout. Het verwijderen van een 'extra' ringetje had de zijdelingse speling van het wiel op de as doen verdwijnen. Helaas liep het wiel zo wel minder soepel. Dat duidt er op dat er te veel zijdelings druk op de lagers zou staan. Theo had me die middag al gesuggereerd dat bij deze constructie het ideaal zou zijn om wel zo'n extra ringtje te plaatsen maar dan ééntje die net wat dunner is. Een flinke zoektocht in mijn de bak met boutje en moertjes leverde uiteindelijk twee net wat dunnere ringetjes. Het wiel van de Alleweder draait nu lichter maar wel spelingsvrij.

donderdag 21 juli 2016

Onderhoud Alleweder

Hoewel de Alleweder die ik recent kocht ogenschijnlijk in bijna perfecte staat verkeerde, heb ik toch nog de nodige tijd in onderhoud moeten stoppen. Hoewel dat vooraf niet mijn bedoeling was heeft het wel het voordeel dat ik me de fiets zo meer eigen gemaakt heb. Zoals ik elders las "You don't own it until you have fixed it".

Pech

Direct na aanschaf van de fiets heb ik twee keer met het ding moeten wandelen. Tijdens het eerste ritje trapte ik de ketting - die pas twee jaar oud zou zijn - kapot toen ik probeerde de maximumsnelheid van de fiets te vinden. Mogelijk had die ketting langere tijd blootgesteld gestaan aan vocht en daar onder geleden? Enfin, drie stuks ketting besteld en drie dagen later kon er weer gefietst worden.


Alleweder op de bok

Eén van de eerstvolgende korte ritjes ging het weer mis. Ik haalde mijn jongste zoontje af van school. Toen ik de fiets bij school parkeerde zag ik dat een deel binnenband door een gat in de Kojak naar buiten kwam. Helaas was ik te weinig nadenkend. In plaats van de druk er af te halen hoopte ik er nog wel mee thuis te kunnen komen. Dat was ijdele hoop. Terwijl ik op zoonlief stond te wachten hoorde ik een luid PSSSSsssssstttttt. Weer lopend naar huis dus.
Thuis verving ik de Kojaks door twee Durano Plus banden die ooit nog door Marcel Beekmans op de Quest gebruikt zijn.

Onderhoud

De Alleweder was voorzien van een F-Lite als achterband. Een mooie band maar mijns inziens niet zo geschikt als achterband. Achter heb ik liever meer profiel en omdat de achtervork niet enkelzijdig is ook graag meer lekbestendigheid. De F-Lite verving ik dus door een Marathon plus, een band die volgens de berichten niet lek te krijgen is maar nog wel redelijk licht loopt.


Dubbelzijdige vork bemoeilijkt bandenwissel

Omdat de snelheid van de fiets me in verhouding tot de Quest tegenviel ben ik de wielophanging voor gaan bestuderen. Eén stuurstang was voorzien van een constructie bedoeld om de sporing makkelijker aan te kunnen passen. Het viel me op dat de stuurstang hierdoor speling kreeg. Ik had het geheel aan kunnen draaien maar ik verkies hier degelijkheid. De fiets is dus nu weer voorzien van een draadeinde uit één stuk als stuurstang.

Werkende aan de voorwiellophanging werd duidelijk dat beide wielen een zijdelingse speling van ongeveer 1 mm hadden. Ik vroeg me af of de bout waarmee de wielen bevestigd zaten niet wat los was gekomen. Toen ik het eerste wiel los maakte viel me op dat er op het boutje twee ringetjes zaten: één dikke en brede met een diameter als van het binnenste deel van de lager en één dunner ringetje met een diameter als van de as. Hierdoor draaide de bout vast tegen de as en niet tegen het binnenste deel van de lager. Ik verwijderde bij beide wielen het kleine ringetje - en checkte voor de zekerheid bij Velomobiel.nl of dat inderdaad ook zo zou moeten - en weg was de speling.


Eén ringetje te veel op de as veroorzaakte speling


Een ringetje te veel

Vooral op de bok geplaatst voor onderhoud kwam er bij het sturen een geluid uit de fiets als van een walvis in barensnood. Best lastig om de achterhalen wat zo'n geluid veroorzaakt. Uiteindelijk concludeerde ik dat het veroorzaakt moest worden door een te kogelhuis van de middelste stang van de wielophanging. Moertje een halve slag losser en voilá, geen walvis meer te horen.
Het nogal schokkerige stuurgedrag bleek daarmee ook verholpen.


Middelste kogelhuis bleek te strak

Nu klaar voor een mini-testfietsvakantie!

woensdag 20 juli 2016

Opgelicht?

Ter voorbereiding van de fietsvakantie maakten Joep en ik gisteren een tochtje in Alleweder en Quest. Omdat ik een betere fietsconditie heb dan Joep en de Quest sneller is dan de Alleweder mocht Joep de Quest proberen. Dat leek ons eerlijker. Door eenvoudigweg wat extra laagjes rubbermat in het zitje van de Quest te leggen paste Joep er netjes in. Het is bijzonder handig dat zijn benen even lang zijn als de mijne, er hoeft om van fiets te wisselen dus niets aan de trapas-afstand veranderd te worden.

We fietsten via het pontveer van Culemborg (nu had ik gelukkig wel mijn geld bij me voor de overtocht) over de zuidelijke Lekdijk richting het veer van Wijk bij Duurstede. Dit was de eerste wat grotere tocht die ik met Alleweder maakte & voor Joep de eerste echte rit in de Quest. Met de nodige moeite lukte het mij om de Alleweder op 37 a 38 km/h te krijgen. Onderwijl was Joep in de Quest flink aan het grijnzen: de snelheid kostte hem weinig moeite. Dat de Quest zo veel sneller zou zijn dan de Alleweder had hij niet verwacht.

Interessant waar dat verschil aan zou kunnen liggen. Op zo'n zomerse dag zonder zeiltje vangt een Alleweder in ieder geval flink wat wind, meer dan een open Quest met windschermpje. De versnellingsnaaf (Shimano Alfine) in de Alleweder helpt ook niet mee om hard te rijden. Een inspectie thuis liet bovenden zien dat een stuurstang van de Alleweder - voorzien van een constructie om eenvoudiger de sporing in te kunnen stellen - wat speling kende. Die stang heb ik ondertussen vervangen & door aan beide voorwielen aluminium profielen te monteren de sporing ingesteld. Meer hierover later.

Terug naar de titel van dit bericht. Ik kom regelmatig op de pont van Wijk bij Duurstede. Zoals gewoonlijk kwam de veerman pas op het allerlaatste moment om de vergoeding voor de overtocht op te halen. Hoewel Joep en ik vooraan het fietsgedeelte stonden kwam hij pas aangelopen terwijl de pont de overzijde al bereikt had. Om niet onnodig te vertragen wees ik de veerman richting Joep omdat hij het geld in de fiets had. Joep had zich al wat rusteloos afgevraagd waar de veerman bleef. Terwijl Joep de transactie afhandelde gingen de slagbomen omhoog. Ik wil wegrijden maar zie achter me Joep, de veerman was door naar de fietsers die achter hem stonden, vertwijfeld kijken. Ik maande hem op te schieten en plaats te maken voor de wachtenden. "Papa, ik heb een euro te weinig teruggekregen!". In zo'n situatie is mijn eerste reactie niet om moeilijk te doen over een euro. "Laat maar, ga maar weer fietsen", riep ik hem dus toe.

Weer op land bleek Joep ontdaan over het verlies van de euro. Hij meende dat de veerman doelbewust een euro te weinig teruggeven had. Ik sluit het niet uit. Juist door mensen pas te laten betalen als de slagbomen al open gaan en je als het ware de ongeduldige mensen achter je al hoort klagen is een ideaal moment om mensen niet te nauw te laten kijken naar het wisselgeld of juist te laten denken "Laat maar". Hoewel het maar om één euro gaat kan dit herhaald op een dag een flink bedrag opleveren. Voor Joep is het zelfs een enorm bedrag, naast zijn mobiele abonnement resteert hem nog maar 10 euro zakgeld per maand (uiteraard kwam deze euro wel uit mijn portemonnée).

Ik zou de volgende keer de veerman er op aan kunnen spreken maar ben wat bang dat dit in de toekomst een aangename overtocht in de weg kan zitten. Met een blauwe banaan kom je ook niet echt anoniem aan de overzijde.

maandag 18 juli 2016

Romeins fietsen

Behalve van fietsen hou ik ook van geschiedenis. Ik vind het vooral fascinerend dat, hoewel het niet direct opvalt, er in Nederland toch nog veel sporen zijn uit de Romeinse tijd. Vandaag fietste ik door het land van de Bataven, dat wil zeggen de Betuwe en ook een deel van het land ten zuiden van de Waal (destijds: Vahalis). De Bataven zagen zichzelf niet als een overwonnen volk maar als een bondgenoot van de Romeinen. De Bataven hoefden dan ook geen belasting te betalen aan Rome maar wel werden ze geacht soldaten te leveren voor de Romeinse legioenen.


Door het land van de Bataven

Vlak bij mijn woning in Houten zijn de resten te vinden van Fectio, het grootste castellum in Nederland buiten Nijmegen. Dit castellum, dat vanaf begin van onze jaartelling tot ongeveer het jaar 275 in gebruik was, bood plaats aan zo'n 1100 soldaten. Fectio was strategisch gelegen, langs de (Oude) Rijn die dienst deed als Romeinse grens -de Limes- en bij de afsplitsing van de Vecht.


Fectio in de laatste bouwfase

Houten zelf moet in de Romeins tijd ook significant geweest zijn. Zo werden in in de jaren '50 naast de kerktoren midden in het het centrum resten gevonden van een stenen villa of misschien een herberg. De plattegrond van dit gebouw is zichtbaar gemaakt met straatstenen.

Ik fietste via het aan de Linge gelegen Tricht , welke naam waarschijnlijk net als die van Utrecht afkomstig is van het Latijnse Traiectium, oversteekplaats, naar Zaltbommel. Vanaf Zaltbommel oostwaarts fiets je door één van de mooiste stukjes van het Nederlandse rivierengebied. De Waal is indrukwekkend breed en de uiterwaarden zijn hier zeer afwisselend.


Één van de mooiste stukjes rivierengebied

Langs de dijk bij Rossum, destijds mogelijk Grinnes of Grinnibus geheten, heeft mogelijk een Romeins fort gelegen. Toen ik langs de locatie reed waar dit fort vermoed wordt viel me op dat aldaar er een contour van verdroogd gras zichtbaar was, ruwweg met de vorm en het formaat van een standaard castellum voor 550 man.


Zichtbare contouren van Grinnes?

Bij Rossum liggen de Heerewaarden, een smalle strook land tussen Waal en Maas. Nu stromen de rivieren meestal netjes tussen de dijken maar in de Romeinse tijd waren die er niet. Het moet daar dus zeer moerassig geweest zijn. Mogelijk heeft Caesar daar ooit listig gebruik van gemaakt. Twee Germaanse volkeren, de Usipetes & Tencteri werden hier door zijn troepen in het nauw gedreven. Wie niet verdronk werd afgemaakt of gevangen gemaakt en als slaaf verkocht. Er is hier vlakbij in de Lithse Ham ook een restant gevonden van een Romeinse tempel die een enorme omvang gehad moet hebben.


Restant tempel uit Lithse Ham

Ik fietste verder via Wamel (mogelijk als 'Ad Duodecimum' vermeld op een Romeinse kaart) langs Druten. Druten is interessant vanwege een Romeinse villa, maar vooral ook vanwege de 27 meter lange Romeinse 'rijnaak' die hier in 1973 gevonden is.


Romeinse Rijnaak uit Druten

Bij Ewijk moet een zeer luxe villa gelegen hebben. De resten marmer die ter plekke gevonden zijn waren deels afkomstig uit de keizerlijk groeve in Sparta. Voor mij vormde Ewijk nu vooral de plek om de Waal weer over te steken. De brug bij Ewijk heet overigens de Tacitusbrug, vernoemd naar de Romeinse geschiedschrijver die schreef over de Bataafse opstand (69-70 nChr.) Ik koos nu voor een route langs de noordzijde van de Waal.


Impressie Villa Ewijk

Een uiterst grappige vondst net voor Dodewaard: een hondenketting uit de tweede eeuw, compleet met hondenschedel. Wat verderop is de Romeinse oudheid echt goed zichtbaar. In de tufstenen muur van de aan de dijk gelegen hervormde kerk van Dodewaard is goed zichtbaar een Romeinse grafsteen met een 'Dodenmaal' ingemetseld. Destijds zag men er waarschijnlijk vooral een verwijzing in naar het Laatste Avondmaal van Jezus.
De grafsteen verbeeldt feitelijk de Bataaf Gummatus die diende in de Afrikaanse Ruiterafdeling van het Romeinse leger.


Ingemetselde Romeinse grafsteen

Via Wijk bij Duurstede, waar in de Romeinse tijd zeer waarschijnlijk ook een militaire versterking lag, fietste ik over de Lekdijk weer terug naar Houten. Zoals beschreven een tocht van ongeveer 125 kilometer. Helaas bleek in de vroege ochtend op de pont bij Culemborg dat ik tas met geld, telefoon, gereedschap e.d. thuis had laten staan dus al met al werden het zo 165 warme kilometers.

woensdag 6 juli 2016

Een uiterst genoeglijk ritje

Hedenochtend een uiterst genoeglijk ritje gemaakt met zoonlief en daarbij een bezoek gebracht aan zijn grootouders woonachtig in het heuvelrijke Rhenen. De weg voerde ons langs het romantische Beverweerd, het majestueuze Sterkenburg, langs rustieke landerijen gelegen aan de Gooyersdijk, het bosrijke Broekhuizen en als climax "een kutklim" -aldus zoonlief vanuit zijn zonlicht weerschijnende Alleweder- over de Utrechtse Heuvelrug, de N416 volgend. Tijdens de afdaling, die met een meer dan gerieflijke snelheid verliep, waaide zijn hoofddeksel af.

Eenmaal te Rhenen werden wij met koffie en koek ontvangen. Hierdoor aangesterkt konden we met frisse moed aan de terugreis beginnen. In verband met wegwerkzaamheden te Leersum verkozen we ditmaal langs de Amerongse Wetering en het pittoreske Overlangbroek te fietsen.

Enfin, hieronder volgt een beknopt fotografisch en cinematografisch verslag.







zondag 3 juli 2016

Racetuning Alleweder

Zo'n klassieke Alleweder biedt allerlei voordelen boven een moderne velomobiel maar snelheid staat zeker niet in het rijtje.

In de hoop dat het de fiets iets aerodynamischer en dus sneller maakt heb ik de dikke en zware rubberstrip rond de kunststof neus verwijderd. De neus heb ik daarna teruggeplaats zonder rubber.

neus alleweder met tochtstrip en tape
Tussen de neus en de aluminium body duwde ik met een spatel wat tochtstrip. De afwerking deed ik verder met wat tape.
neus alleweder

Of het merkbaar sneller is? Geen idee, maar het is in ieder geval lichter en ziet er mijns inziens minder knullig uit dan het dikke stuk rubberstrip (hoewel ik de tape wellicht nog een keer wat netter ga proberen aan te brengen).

donderdag 30 juni 2016

De velomobiel en de dodo

Vox populi

In de vox populi op twitter en andere sociale media heeft de ligfietser geen goede naam. Dit gesundes Volksempfinden is volkomen begrijpelijk want ligfietsers zijn namelijk ook arrogante kwallen met een enorm bord voor hun kop. Ligfietsers volharden vanuit een misplaatst idealisme in een manier van voortbewegen die achterhaald, onooglijk, asociaal en gevaarlijk is. Het zijn fietsers die levensmoe zijn met hun zure biologische spruitjes-grijns van "zie mij eens bewust bezig zijn". Levensmoe, want zo laag dat je ze wel over het hoofd moet zien. En dan die calvinistische blik van "ik fiets beter dan jij," terwijl ze zich in het zure linksdraaiende yoghurt-zweet werken om vooral maar hun gelijk proberen te halen door rustige peddelende huisvaders voorbij te puffen.

Gelukkig zullen we spoedig het einde van dat lage soort meemaken. Zelfs de meest verstokte ligfietser zal niet blind kunnen blijven voor de voordelen van de laatste ontwikkelingen op fietsgebied. Let's face it: een vlot modelletje 'pedelec'-fiets is door de meeste van die laag-bij-de-grondse sandaalfietsers niet bij te houden. Op een normale elektrisch ondersteunde fiets heb je een wijde blik op de wereld en zie je dus ook eens wat anders dan autobumpers of verwilderd gras. Op een e-fiets neem je makkelijk bagage of kinderen mee, stap je snel op of af. Een e-fiets is overal goed te parkeren en kan bij de fietsenmaker op de hoek onderhouden worden. Op een e-fiets krijgt je dan soms een fris buitje over je heen, maar veel liever dat dan een nauwelijks drogere maar wel naar boterzuur-zweet stinkende banaanfietser.

Zalig zijn de laatste achter gras en motorkap verstopte ligfietsers, weldra zullen ze voor eeuwig liggen.

De velomobiel levensvatbaar?

De lezer begrijpt dat voorgaande prikkelend bedoeld is en dus niet geheel letterlijk genomen moet worden. De onderliggende boodschap is een serieuze. Misschien vormt de ligfiets, en ik wil het hier specifiek over de velomobiel hebben, wel een achterhaalde en dus tot uitsterven gedoemde tak in in de evolutionaire boom van de fiets? Biedt de velomobiel wel voldoende meerwaarde ten opzichte van nieuwere ontwikkelingen op fietsgebied zoals bijvoorbeeld de pedelec? En is de innovatieve basis van de velomobielwereld wel breed genoeg om het Darwinistische geweld van grootschaliger fietsinnovaties het hoofd te kunnen bieden? Ontwikkelt de velomobiel zich wel in een levensvatbare richting?

Geschiedenisles: een superieur stuk techniek?

Als ligfietser of velomobilist zijn we overtuigd van de superioriteit van ons vervoersmiddel ten opzichte van wat we laatdunkend 'bukkers' noemen. Hoe terecht is dat eigenlijk nog? Er valt een les te leren uit de vroege geschiedenis van de fiets. Rond 1870 kwam er een nieuw model op de markt. We kennen die fiets nu als de 'hoge bi'. Door het grote voorwiel kon deze aanmerkelijk sneller rijden dan voorgangers. De fiets kreeg daarmee een grotere actieradius en werd zo een stuk praktischer. Een andere belangrijke innovatie gebeurde zo'n 15 jaar later, in 1885. Het model dat bekend kwam te staan als de 'safety bike' is in hoofdlijnen al gelijk aan het gewone hedendaagse rijwiel. Dankzij de innovatieve toepassing van een ketting en tandwielen kon het gewenste verzet eenvoudig gerealiseerd worden zonder de omvang van het aangedreven wiel te moeten vergroten. De fietser kwam in vergelijking tot de hoge bi minder hoog te zitten wat het fietsen veiliger maakte en het op- en afstappen eenvoudiger.

Omdat de safety bike sneller, veiliger en praktischer was zou je verwachten dat het al snel gedaan was met de hoge bi. Dat gebeurde niet, integendeel zou je kunnen zeggen. Vooral onder welgestelde jonge mannen bleef de hoge bi dé fiets. Juist die hoogdrempeligheid van de hoge bi maakte het tot een aantrekkelijke fiets. Niet iedereen kon er op rijden. Ondertussen werd het voorwiel van de hoge bi juist nóg groter gemaakt zodat de fiets sneller, nog stoerder, nog duurder, nog gevaarlijker en nog hoogdrempeliger werd [bron: 1]. Uiteindelijk liep deze ontwikkeling dood, zoals we nu weten. De hoge bi werd zo'n nicheproduct dat het de dodo wel moest volgen.

Is de recent ontwikkeling van de velomobiel misschien niet veel anders dan de laatste ademstoot van de hoge bi? Lijkt arrogantie van de ligfietser niet verdacht veel op die van de aristocratische berijder van de hoge bi die letterlijk en figuurlijk neerkeek op de laagdrempelige safety bike?

Van belofte tot niche

Aan het einde van de vorige eeuw was de Flevobike Alleweder de eerste velomobiel - avant la lettre - die zich in een zeker mate van populariteit kon verheugen. Zelfs in de grotere dagbladen werd met enthousiasme over de Alleweder en de potentie van de gestroomlijnde ligfiets gerept [bron: 2]. Toen Allert Jacobs en Ymte Sijbrandij rond 2000 met de Quest op de markt kwamen werd dat door mij en vele anderen als een wat te extreme en minder toegankelijke variant van de Alleweder gezien. Behalve de hoge prijs werd vooral de grote draaicirkel door de dichte wielkasten gezien als een factor die de fiets alleen voor een kleinere groep interessant zou maken. De Quest werd desondanks toch de populairste velomobiel en daarmee ook het referentiemodel. Daarmee nam de Quest het stokje over van de Alleweder. Op haar beurt heeft de Quest sinds een paar jaar het stokje over moeten geven aan de DF van Daniel Fenn. Daarmee is de velomobiel weer een stukje minder toegankelijk geworden. Ook sneller, inderdaad maar met een lastiger instap, minder rijcomfort, minder bodemvrijheid, een lichter dus kwetsbaarder body, een hogere prijs. Ondertussen woedt op het Duitstalige velomobiel-forum extremisme ten top, volgens menigeen daar is een Quest hooguit nog geschikt als een simpele beginnersvelomobiel [bron: 3]. Bezoek anno 2016 eens een ligfietswedstrijd en het resultaat hiervan is jammerlijk duidelijk: de velomobiel is tot een nicheproduct onder de nicheproducten verworden.

Het lot van de dodo en de hoge bi ligt op de loer maar ik denk dat er ook in een wereld met e-assist fietsen en pedelecs kansen liggen voor de velomobiel. De trend van het regime van steeds snellere en daarmee vooral ook hoogdrempelige velomobielen moet dan wel doorbroken worden.

Laagdrempeligheid uit het oog verloren

Recent kocht ik een oude Flevobike Alleweder. Juist de Alleweder laat zien wat we gedurende de ontwikkeling van de afgelopen 20 jaar kwijt geraakt zijn in de zoektocht naar sneller en lichter. Het is een verrassend super laagdrempelig en 'fun' fietsje, óók voor gebruik in de stad (voor zover mijn woonplaats Houten zo genoemd mag worden). Op een bepaalde manier spring ik er zo in om even een boodschap te doen terwijl ik me wel drie keer moet bedenken om dat met de Quest te doen. Inderdaad speelt de al genoemde ruimere draaicirkel hierbij een rol maar er is meer dan dat. De aluminium-body maakt dat ik me verplaats zonder zorgen om krassen of door nieuwsgierige vingers veroorzaakte deukjes of barsten in de gelcoat. Bovendien, zo merk ik nu, maakt de compacte vorm van de fiets ook dat het rijden in het ding minder een statement is. Parkeren is ook stukken makkelijker.

Natuurlijk is de Alleweder het verleden en niet de toekomst van de fiets of van de velomobiel. Sinds de Alleweder is er veel verbeterd. Mijn moderne Quest is echt flink sneller. Als er wéér een nog snellere velomobiel op de markt komt dan de DF zal ik 'm als uit een automatisme ook willen hebben. Ik hoop echter van harte dat zowel ontwerpers als consumenten zich niet alleen botweg laten leiden door gewicht en snelheid. Het veelomvattend begrip 'laagdrempeligheid' vormt hier de sleutel. Als we samen die trend kunnen buigen dan zal de geschiedenis van de velomobiel een veel mooiere worden dan die van de dodo of de hoge bi.

Bronnen

  1. Bijker, W., 1995, Of Bicycles, Bakelites, and Bulbs: Toward a Theory of Sociotechnical Change, Cambridge [etc.]: MIT Press.
  2. Zoekvraag "Alleweder" in collectie "Kranten tot 1995" van www.delpher.nl http://www.delpher.nl/nl/kranten/results?query=alleweder&page=1&coll=ddd
  3. Macht es noch Sinn ein Quest zu kaufen? Discussie op www.velomobilforum.de http://www.velomobilforum.de/forum/index.php?threads/macht-es-noch-sinn-ein-quest-zu-kaufen.44666/

dinsdag 21 juni 2016

Andere pedalen, souvenir van Cyclevision

Cyclevision Lelystad, zo'n jaar of 15 geleden. Zesuursrace op de RDW-baan. Hoewel ik nauwelijks getraind had, dacht ik wel even 6 uur lang met de Baron 40 km/h te kunnen gaan rijden. Ik stelde me voor één keer tot 40 km/h te versnellen en dan met verstand op nul dit tempo gewoon vol te gaan houden. Dat viel toch vies tegen! Door de wind was het niet mogelijk om de rondjes van 2,8 km met een constante snelheid te rijden. Dat betekende dat er telkens geschakeld moest worden en dus telkens ook weer een optimale snelheid gevonden moest worden. Zeker met een zeer gebrekkige training is het dan lastig in te schatten wat een haalbare snelheid is.

Ik reed in het begin veel te hard. Dat tempo liet ik geleidelijk varen. Ik moest wel want ik had het zwaar, heel zwaar. Na een uur of 3 worstelen begon ook nog eens mijn rechtervoet te branden. Ik probeerde het te negeren maar na 4 uur racen was de pijn niet meer vol te houden. Ik stopte om wat te gaan lopen. De ergste pijn verdween snel. Na 10 minuten kan ik de race in een weer wat lager tempo hervatten. De pijn hield aan maar was door minder kracht te zetten nog enigszins dragelijk. Het laatste uur zakte mijn snelheid regelmatig onder de psychologische barrière van 30 km/h. Na 6 uur fietsen had ik iets van 206 km op de teller er bij.

Sinds die race jaren geleden heb ik bij lange ritten nog steeds af en toe pijn aan mijn rechtervoet. Het is een brandend gevoel ter hoogte van het SPD-plaatje. Mijn middelste tenen gaan bovendien tintelen. Na het fietsen is de pijn snel voorbij maar het tintelen van mijn tenen kan weken lang aanhouden.

Toen ik onlangs naar Keulen fietste kwam na 130 km dat brandende gevoel weer opzetten. Door met mijn rechtervoet wat minder kracht te zetten, wat meer 'rond' te trappen en ook de kracht wat meer met de zijkant van mijn voet te zetten was er nog wel mee door te fietsen.

Opvallend is dat ik afgelopen weken zelfs eelt ontwikkeld heb precies ter hoogte van het SPD-plaatje. Dat geeft te denken dat schoenen met steviger zolen en bredere pedalen een oplossing kunnen zijn. Op internet las ik bovendien van vergelijkbare symptomen die veroorzaakt worden door een zenuw die richting voetzool gedrukt wordt, onder andere omdat de tenen te veel samengeklemd zouden worden. Fietsen met dunnere sokjes zou daarvoor al een verlichting kunnen betekenen.

Recent schafte ik daarom bredere Shimano SPD-SL pedalen aan. Ik kocht daarbij een paar extra brede fietsschoenen. De eerste ervaring, opgedaan tijdens een relatief kort ritje van 120 km, is positief. Ik kreeg in ieder geval niet het brandende gevoel. Het tintelende gevoel in mijn tenen is sinds de rit naar Keulen niet meer verdwenen, benieuwd hoeveel tijd dat nodig zal hebben. In ieder geval heb ik goede hoop de oorzaak van de problemen weggenomen te hebben.

zaterdag 18 juni 2016

Leve de auto, leve het fietspad!

Vroeger, toen ik nog jong & onwetend was, dacht ik dat fietspaden aangelegd werden ten behoeve van fietsers. Des te meer fietspaden des te beter. Ieder fietspad is per definitie goed. Leve het fietspad!

Sinds ik veel op snelle ligfietsen rij, snap ik dat een fietspad niet altijd voor alle fietsers een goede oplossing is. Ik stoorde me daar niet aan. Integendeel zelfs, fietsen op een minder fietspad versterkte het gevoel dat ik op mijn lage snelle ligfietsje onderdeel uitmaakt van een kleine voorhoede, een fietser uit de toekomst. Een toekomst waarin bijna iedereen zich snel, gezond, sportief en milieuvriendelijk fietsend voortbeweegt. Dag hotsend klotsend tegelfietspad uit het verleden, verderop lonkt het snelle asfalt!

In de loop der jaren nam toch het gevoel van onbegrip toe. In veel situaties zag ik niet meer in waarom een stuk fietspad voor fietsers van nut zou zijn. We zijn in Nederland trots op de enorme lengte van het fietspadennetwerk, maar veel fietspaden kunnen we beter arm zijn dan rijk, ze voegen niets toe aan het stimuleren van het fietsgebruik, ze beantwoorden niet aan de behoefte van fietsers.

Met dat besef in mijn achterhoofd maakte ik onlangs een fietstocht van Houten naar Keulen. Ik verwachtte in Duitsland weinig fietspaden maar wel veel goed asfalt. Een walhalla voor snelle fietsers, zo had ik gehoopt.

Echter, kom je in Duitsland met een (voor met een velomobiel redelijk ontspannen) snelheid van ruim 40km/h bij een stadje aangereden, maant een rond blauw bord je om over een drempel de stoep op te rijden. Een stoep die gedeeld wordt met wankelende bejaarden, spelende kinderen, masten voor straatverlichting en bloembakken. Naast je lonkt het gladde asfalt maar juist als je bij je buren te gast bent wil je de regels niet overtreden. Alleen iemand die fietsers haat of vreest, of - meer neutraal - echt geen flauw idee heeft van het gebruik van de fiets anders dan als kinderspeelgoed, kan een dergelijk fietspad verzinnen én verplicht stellen.

De fietspaden buiten stadjes zijn vaak smal en het wegdek is dikwijls slecht. Bovenal beginnen en eindigen ze plots, doorgaans met drempel. Een dikke kras op de bodem van mijn Quest vormt daar het bewijs van. Ook was ik al fietsende vaak de verhoogde oprit van een verplicht fietspad al gepasseerd voordat ik het door had. Fijn doorfietsen zit er zo niet in.

Terwijl ik zo probeerde om mijn Quest op een vlotte manier over de Duitse wegen te leiden kon ik uiteindelijk maar één conclusie trekken: veel fietspaden in Duitsland zijn niet aangelegd omdat fietsers er profijt van hebben maar juist de automobilisten. Geen nare fietsers meer in de weg? Stuur ze de stoep op! Lekker doorgassen zonder hinder van traag verkeer? Geef die fietsers een veredelde vluchtstrook! Geen toestanden met aansprakelijkheid na aanrijding met zo'n uitslover in lycra? Maakt het fietspad verplicht! Niets zo goed voor de automobilist als het fietspad! Leve de auto, leve het fietspad!

De lezer kan mijn woeste ideeën nu gaan karakteriseren als 'doorslaan' maar recent illustreerde zelfs een Duitse burgemeester hoe bestuurders op fietsers neerkijken. Voor het inhalen van fietsers op de rijbaan wil hij aan rechterzijde van zijn auto een spuit met gier monteren ("Bei meinem nächsten Auto lasse ich mir zwei Behälter fürs Scheibenwischen einbauen. Einen auf der rechten Seite, mit Jauche fürs Überholen").

Op de terugweg uit Keulen heb ik praktisch alle borden van het type "Verplicht fietspad" genegeerd en dat voelde als een bevrijding. Het fietsen ging niet alleen sneller, maar ik kon er ook weer veel meer van genieten. Ik denk bovendien dat het niet wezenlijk minder veilig was.

Eind goed al goed dus? Helaas niet. Ik kan de gedachte niet meer 'ontdenken' dat fietspaden niet alleen in Duitsland maar ook in Nederland dikwijls helemaal niet voor fietsers maar juist voor automobilisten aangelegd worden. Ik zoek daar geen complot tegen fietsers achter maar eerder een grotendeels onbewuste en cultureel bepaalde houding waarin automobilisten als volwaardige verkeersdeelnemers gezien worden en fietsers altijd 'te gast' zijn. Dat er speciale fietsstraten bestaan die expliciet aangeven dat de auto 'te gast' is bevestigt dit.

Daar bovenop is bovendien het heersende beeld van 'de fietser' achterhaald. Fietsers die 25 km/h rijden worden zowel door de media als door 'de man op straat' als 'gevaarlijk snel' omschreven terwijl straks het merendeel van de (ondersteunde) fietsers zo snel rijdt. Over fietsen (fietsachtigen) als pedelecs nog niet eens gesproken. Zeker in het licht van de enorme uitdagingen die het klimaatakkoord van Parijs ons stelt is het de hoogste tijd om alles wat we menen te weten over fietsinfrastuctuur los te laten en geheel 'out of the box' na te denken over een infrastructuur die fietsers vrij baan geeft.

dinsdag 14 juni 2016

Beginnersfoutje

Nadat de band linksvoor eerst lek leek maar het niet was en toen op exact dezelfde locatie echt lek werd, heeft die band nog drie keer leeg gestaan. Twee keer vóór vertrek en toen ik afgelopen zondag uit Keulen kwam gefietst bleek ik het laatste stuk met een zo goed als lege band gereden te hebben. Telkens linksvoor.

Voldoende reden dus voor een serieus onderzoek naar de oorzaak. Zoals te verwachten bleek het lek telkens op de zelfde plek te zitten. Daar had ik eerder al een stukje ruw canvas aan de binnenzijde van de Shredda geconstateerd. Door het talkpoeder dat ik nu gebruik voelt het canvas nergens meer ruw. Wel kon ik bij nadere inspectie toch een minuscuul klein stukje glas in het loopvlak van de Shredda ontwaren.
Toch een heel gewoon lek dus. Beginnersfoutje...

maandag 13 juni 2016

Rit naar Keulen (en terug)

Berichtje voor de statistiek: vrijdag ben ik naar Keulen gefietst (specifiek Dansweiler, 15 km buiten de stad). Ik vertrok om 12:15 uit Houten en kwam om ongeveer 18:40 aan. De route die ik volgde had ik laten berekenen door brouter.de , waarbij ik had aangegeven met een velomobiel te rijden. Zondag fietste ik 's ochtends terug. Volgens mijn teller was de rijtijd terug 6h 06m, afstand 208 km, gemiddelde snelheid 34 km/h.

Een uitgebreider bericht dat vooral ingaat op zin en onzin van fietspaden (in het algemeen en in Duitsland in het bijzonder) volgt.

maandag 6 juni 2016

Fietsen als meditatietechniek

Toen ik onlangs op een mooie zaterdagochtend een rondje Hoge Veluwe fietste, werd ik bevangen door een aangenaam gevoel van nostalgie. Althans, het was een prettig gevoel dat ik in eerste instantie vooral associeerde met de zorgeloze tijd uit mijn jeugd. Ik probeerde te begrijpen wat maakte dat ik het gevoel zo sterk met vroeger associeerde. Er was geen concreet voorval. Geleidelijk daagde het me dat de nostalgie vooral een bijsmaak was. Wat overheerste was een wat lastiger te herkennen gevoel dat ik me herinner uit mijn jeugd. Het gevoel, zo kan ik het nu benoemen, dat de tijd opgehouden is te bestaan. Geen verleden, geen toekomst. Alleen het nu. Mijn lijf, de fiets, een nog bleek zonnetje, de geuren en geluiden van de wereld. Alles in het tijdloze nu.

donderdag 26 mei 2016

De wet van de schuivende trapas

Opvallend: toen ik net mijn 2x 28" RaptoBike had ben ik wel een half jaar bezig geweest om de juiste afstand van de trapas te vinden. Telkens als ik dacht dat ‘ie goed stond wilde ik ‘m na een paar weken toch weer wat verder geplaatst hebben. Precies dat zelfde heb ik nu ook weer met de Quest.

Het lijkt er op dat beenspieren moeten wennen aan regelmatig fietsten. Naarmate je vaker fietst wordt het motorische systeem efficiënter en dat betekent ook dat je beter de volle lengte van je been kan gaan gebruiken.
Mogelijk als gevolg van deze training of gewenning heb ik nu zelfs de behoefte om het zadel op mijn stadsfietsje - btw: vreemd genoeg fiets ik met een racefietszadel - wat hoger te plaatsen.

Het lijkt het er ook op dat ik in een nieuwe ligfiets steeds dieper / lager in het stoeltje wil gaan zitten. Wellicht is dat puur een kwestie van het je meer op je gemak voelen op / in de fiets?

Sinds ik een week of wat geleden de trapas voor het laatst verder heb geplaatst valt het me op dat ik na een ritje wat meer spierpijn heb en dan vooral bij de spieren op mijn bovenbeen, die net boven mijn knieën. Dat zijn denk ik ook juist die spieren die je gebruikt als je je been verder strekt. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat de Quest en mijn lijf echt helemaal op elkaar afgestemd zijn. Tot nu toe heb ik in ieder geval al - met groot genoegen - zo’n 3.000 km gefietst in Quest #752.

zondag 15 mei 2016

Lek door ruw canvas van Shredda?

Kort na een ritje bemerkte ik dat de Quest met linksvoor een platte band geparkeerd staat. Het lek blijkt zo ongeveer op de zelfde plek ten opzichte van de Shredda te zitten als het vorige lek. Net als dat wat spookachtige lek kon ik nu in de Shredda ook weer geen steentje, doorntje, stukje glas of enigerlei gat ontdekken. Wél zat er min of meer op de plek van het lek een ruwe plek aan de binnenzijde van het canvas van de Shredda. Uit een plekje met een doorsnede van een mm of vier leken de vezels van het onderliggende canvas boven te komen.
Ik probeerde de vezels wat weg te poetsen met mijn vinger. Dat leek het aantal losse vezels wat te verminderen maar tegelijkertijd wat ik ook bang met mijn gepoets de band eerder slechter te maken.

Is het überhaupt mogelijk ook een lekke band te krijgen door ruw canvas? Mogelijk door wrijving tussen binnenband en buitenband? Een Schwalbe maat 6 is een relatief smalle band voor de 40mm Shredda. Dat leidt ongetwijfeld tot extra kwetsbaarheid. Schwalbe raadt voor de 40mm Shredda zoals maat 6 als maat 7 binnenbanden aan, dus misschien eens maat 7 proberen?

Als wrijving mogelijk een deeloorzaak is dan zou misschien de oplossing ook daar kunnen liggen in het verminderen van de wrijving zelf. Als experiment heb ik daarom tussen beide voor- en achterbanden een beetje talkpoeder gestrooid. Volgens de gegevens van Wim Schermer zou dit sowieso een paar procenten in rolweerstand moeten schelen, mogelijk dus ook in dit soort lekken.

zaterdag 7 mei 2016

No sweat

Voortaan geen zweet meer, of in ieder geval geen plasje zweet meer in het het stoeltje. Misschien valt dat probleem sowieso wel mee als je ‘cabrio’ rijdt maar als je een paar uur hard trapt onder de schuimkap staat er echt een plasje in het zitje. Dankzij de Ventisit levert dat geen groot probleem maar ik wilde er wel vanaf.

Ik boorde dus een 8 mm gaatje op de laagste plek in het zitje. Om te voorkomen dat er nu nattigheid in de fiets zelf zou komen te liggen monteerde ik in dat gaatje een L-stuk om daar haaks een 8-12 mm slangetje op aan te sluiten. Het andere einde van het 20 cm lange slangetje legde ik in de kettinggoot zodat het via de gaatjes in de goot kan afwateren.

Ik kocht het materiaal in de winkel met kampeerspullen. Een L-stuk hadden ze helaas niet. Ik kocht daarom een Y-stuk en zaagde daar één pootje af en maakte dat deel dicht met een stop.

vrijdag 6 mei 2016

Snelle cabrio

Vandaag fietste ik voor het eerst met deze Quest ‘cabrio’, dus zonder schuimkap. Ik had daarbij een minivizier gemonteerd. Mogelijk lag het aan dat vizier maar het ging in ieder geval heel erg hard. Op de dijk tussen Neerijnen en Tiel reed ik flinke stukken harder dan 50 km/h en dat ging nog redelijk ontspannen.
Overigens is dit een schitterende omgeving om te fietsen!

Op de Hogestraat / Rijswijkseweg bij Zoelen probeerde ik op het goede asfalt daar met de wind in de rug flink vaart te maken. Ik haalde de 65 km/h zonder me echt in het rode te trappen.

Tijdens een eerdere rit had ik het minivizier samen met de schuimkap gecombineerd maar dat beviel me minder. Voor mijn gevoel fietste die combinatie minder hard en had ik juist meer last van de wind. Mogelijk speelt hier wel mee dat ik bij die rit het zitje nog niet zo laag als nu gemonteerd had.

zaterdag 30 april 2016

Buldervrij fietsen

Er staat altijd wel iets op het lijstje van tijdens het fietsen te verbeteren zaken. De Quest zelf is nu heel erg fijn dus bovenop mijn verbeterpuntenlijstje stond nu iets dat niet direct met de fiets zelf te maken heeft: het gebulder van de wind. Zeker bij hoge snelheden tegen de wind in kan het geluidsniveau van de wind flink hoog worden. Dat schijnt niet goed voor je gehoor te zijn en is vooral ook minder aangenaam fietsen.

Vandaag maakte ik daarom een constructie van een paar stukje licht schuimrubber van een oud slaapmatje. Op de voorste bandjes van mijn Casco Speedster helm naaide ik aan beide kanten een stukje klittenband. Daarop bevestigde ik de stukjes schuim. Om iets meer 'spoiler'-effect te creëren deed ik aan de de binnenzijde achter het bandje nog een extra stukje schuim. Zo ziet het er uit:

De constructie direct getest en het effect is zeer aanzienlijk. Het fietsen is zo een stuk aangenamer. Ik heb ook het idee dat ik er sneller door ga rijden. Bij gebrek aan luid gebulder heb ik blijkbaar het gevoel niet echt heel hard te gaan wat ik compenseer door harder te trappen.

Overigens nog een vreemde ervaring vandaag. Ik kreeg een lekke band (eerste met deze fiets) op een plek waar ik vorige week bijna zeker meende te weten een lekke band te hebben, nabij kasteel Sterkenburg. Dat bleek toen niet zo te zijn, waarschijnlijk was het de zijwind die aan de fiets schudde. Vandaag had ik op precies die plek weer het idee een lekke band te hebben. Ik dacht natuurlijk me weer te vergissen maar dit keer was het echt lek. Alleen de binnenband, aan de buitenband was niets te zien.
Ik heb van een oud-bewoner ooit verhalen gehoord over een spook op Sterkenburg, wellicht houdt die zich tegenwoordig ook bezig met het lastigvallen van velomobilisten?

PS:
Er zijn op internet een paar bronnen te vinden die melding doen van een spook te Sterkenburg. Zie bijvoorbeeld 'Het schijnt te spoken in kasteel Sterkenburg' en ook Gerrit Achterberg schijnt er over geschreven te hebben.

maandag 25 april 2016

Reprise: demper, vering en Shredda’s

Tijdens een ritje rond de Lek en Rijn viel me gisteren weer herhaaldelijk op hoeveel beter de wegligging van de Quest is nu deze voorzien is van een oliedemper en stuggere vering.

Voorheen was fietsen op de Voorhavendijk nabij Vianen toch wel enigszins afzien in de Quest. Trillingen, herrie en een achterwiel dat regelmatig wegdriftte. Als ik dan oostwaarts fietsend kort voor Vianen weer op asfalt kwam te rijden was dat een verademing. Tijdens mijn tochtje gisteren was het verschil ineens nauwelijks merkbaar. Op het slechte gedeelte kon ik nu gewoon in stevig tempo doorrijden terwijl het comfort er nauwelijks onder te lijden had. Toch zeer verrassend. Mogelijk speelt het mee dat ik hier de vorige keer niet met de brede Shredda’s reed maar met de harde en smalle Durano’s.

Op de Lekbandijk bij Ravenswaaij ligt een aantal drempels waar ik geleerd had flink voor af te remmen. Dat was nu nauwelijks meer nodig.

Op een wat minder netjes weggewerkt putdeksel op het fietspad langs de N225 in Amerongen was mijn achterwiel tot nu toe altijd weggesprongen. Gisteren gleed de fiets er zonder enig probleem overheen.

Nogmaals, ik ben dus erg enthousiast over de nieuwe tuning van de Quest. Ik zou Velomobiel.nl dan ook aan willen raden om Quests standaard in deze configuratie uit te leveren. Als ik zelf nu niet met het prototype oliedemper zou kunnen fietsen had ik misschien zelfs het geduld niet op willen brengen en was ik alvast een Risse-demper gaan proberen.

woensdag 20 april 2016

Quest lager dan laag

Voor mijn lengte van 1m87cm heb ik een lang bovenlijf. Ik fietste daarom met het stoeltje van de Quest in de laagste stand, maar eigenlijk had ik het liever nog een centimeter of 2 lager gehad.

Ik besloot daarom de ophanging van het zitje aan te passen zodat het verder naar beneden kan. Allert van Velomobiel.nl adviseerde me om het zitje onderaan direct vast te maken op de beugels die aan de wielkasten zitten. Ik verwijderde daartoe de metalen plaatjes van het zitje en boorde het gat uit dat het meest voor- en onderaan zit met een 6mm boor (het gat was 5mm). Nu kon ik het zitje weer bevestigen met de bout die hier in de standaard constructie voor gebruikt wordt.

De situatie bij de beugel achter was wat lastiger. De beugelklem zou in ieder geval verder naar beneden geplaatst moeten worden maar dan zou ik 'm niet met de drie daarvoor bedoelde boutjes vast kunnen zetten, tenzij ik deze boutjes lager zou plaatsen. Ik besloot dat niet te doen want die boutjes zitten vastgelast op een metalen plaatje dat binnenin de wielkast vastgelijmd is. Ik dat geen zin om die constructie los te moeten breken.
Ik koos voor een oplossing waarbij ik de laagste van de drie boutjes wel zou kunnen blijven gebruiken. Onder die boutjes zou ik de klem met twee nieuwe boutjes aan de wielkast vastzetten. In de beugelklem boorde ik hiertoe drie gaten van 5mm, 2cm hoger dan voorheen de hoogste gaten. De bovenste twee gaten zitten daarmee in het schuine gedeelte van de beugel. Deze twee was ik niet van plan om van een moer te voorzien maar ik moest ze wel boren omdat ik de klem anders niet helemaal tegen de wielkast zou kunnen plaatsen.

Na het plaatsen van de beugelklem op de wielkast, dus twee centimeter lager dan normaal, boorde ik door de buitenste twee rijen gaten van de beugelklem twee gaatjes door de wielkast heen. In die twee gaten door de wielkast plaatste ik twee boutjes (die ik over had door het verwijderen van de metalen plaatjes op het zitje). Om in de wielkast te kunnen werken moest ik wel eerst de achterband verwijderen. Voor wat extra sterkte plaatste ik in de wielkast achter de twee boutjes een metalen plaatje waar de boutjes ook doorheen gaan.

De beugelklem achter zit nu dus weer vast met 3 boutjes met moertjes. De hoogste twee boutjes van de oude constructie eindigen in de nieuwe gaatjes in het schuine gedeelte van de klem en zijn niet van een moertje voorzien.

Na het verlagen van het zitje moest ik het crankstel nog een centimeter of twee naar voren plaatsen en uiteraard ook de ketting wat verlengen.

Het stoeltje zit voor mij nu perfect. Niet te laag, niet te hoog. Wel is het met deze configuratie zinvol om het Ventisit neksteuntje te gebruiken. Voorheen had dat voor mij geen toevoegde waarde maar nu zit mijn nek dicht bij de achterrand van de kuip.
Het fietsen met het verlaagde stoeltje is zeer aangenaam. Niet alleen gaat het rijden merkbaar sneller, de meer horizontale houding helpt ook een houten kont te voorkomen.

dinsdag 19 april 2016

Prototype oliedemper en stuggere vering

De Quest is een geweldige fiets maar over de wegligging was ik tot voor kort niet helemaal tevreden. De fiets heeft bij hoge snelheden soms de neiging tot schommelen (zowel links-rechts als voor-achter) en ook het achterwiel wil bij slecht wegdek nog wel eens wegdribbelen. Het schommelen doet afbreuk aan het rijcomfort en verhindert voor mijn gevoel ook om optimaal kracht te zetten. Het plots dribbelen van het achterwiel kan vooral bij snel genomen bochten flink schrikken zijn.

Recent had ik de wegligging en het rijcomfort al wat verbeterd door te gaan fietsen met bredere banden op lagere druk (Shredda en Almotion). Op internet werd aangeraden om die banden te combineren met kortere stijvere veren voor een beter bochtengedrag. Velomobiel.nl stelde voor dat ik ook een prototype van een nieuwe oliedemper zou uitproberen.

Prototype demper en stugge vering

Mijn Quest is nu dus uitgerust met kortere en stijvere veren voor en een experimentele velomobiel.nl-oliedemper achter. De oliedemper is gemonteerd aan de bestaande veerpoot waarin nog gewoon de reguliere stalen veer zit. De demper werkt zo dat vooral de uitgaande beweging gedempt wordt. De demper heeft dus vooral invloed op het uitveren, op het inveren heeft de demper minimale invloed.

Puur als experiment was het natuurlijk niet zo handig om in één keer twee variabelen aan te passen. Het is vaak lastig om enkel op basis van het rijgevoel te zeggen of nu juist de stuggere vering of de aangepaste demping een verandering in het rijgedrag veroorzaakt. Bij een eerste test 'op het droge' was in ieder geval mooi te zien dat de Quest bij het stevig indrukken van de achterzijde netjes omhoog komt, zonder wild te springen of na te veren. Duidelijk is dat de demping doet wat 'ie moet doen.

Rijgedrag

Sowieso is het best lastig om eerlijk het gevoel vóór met het gevoel ná te vergelijken. Voor mijn gevoel ligt de fiets nu duidelijk beter op de weg, het is alsof de fiets zich als het ware meer aan de weg vastzuigt. De fiets voelt minder aan als een 2CV en meer als een MG sportwagen. Bochten kan ik sneller en met meer gevoel van controle nemen. De fiets ligt minder schuin in de bochten en lijkt het zelf ook leuker te vinden om door de bocht gaan. Op oneven asfaltweggetjes waar ik voorheen wat last had van schommelen of deinen is dat nu grotendeels verdwenen (Achterdijk nabij Honswijk). Alleen bij een zeer slecht stuk snel omhoog (Achterweg nabij Vreeswijk) was dit nog wel wat waar te nemen.

Bij ervaringsverhalen over Quests die met een Risse demper zijn uitgevoerd wordt vaak gesteld dat drempels met hogere snelheid genomen kunnen worden zonder gelanceerd te worden. Inderdaad gaat het nemen van drempels beter maar het is vooral de 'landing' die minder bruusk is. Het effect van een demper is dat ongewenste resonantie van de vering tegengegaan wordt. Dit effect van demping merkte ik vooral bij de korte steile drempels in de Dorpsstraat van Slijk-Ewijk. Voorheen werd ik daar zelf met 30 km/h min of meer gelanceerd. Nu met oliedemper kon ik deze drempels met veel minder overlast nemen.

Veiligheid

Opvallend is dat ik gedurende de 250 km die ik nu met deze nieuwe veer-dempercombinatie heb gereden niet of nauwelijks last heb gehad van een dribbelend achterwiel. Ik heb geprobeerd dit theoretisch te begrijpen maar ik kom daarbij niet veel verder dan dat een demper resonanties beperkt en dat resonanties zeer nadelig kunnen zijn voor de wegligging. Mijn verwachting was dat de demper vooral impact zou hebben op trillingen met een lagere frequentie, zoals inderdaad het nemen van een drempel.

Nadelen?

Met stuggere vering en sterkere demping rijdt de fiets zoals al gezegd meer als een sportwagen. Dat bevalt me praktisch altijd beter dan de oude situatie. Onvermijdelijk merk je soms wel meer van de oneffenheden in de weg dan je zou willen. Vooral het effect van de stuggere vering voor is soms opvallend: op onderbroken wegbelijning met reliëf ging de fiets soms flink resoneren. Door bij te sturen eenvoudig op te lossen maar eigenlijk zou je willen dat ook de veerpoten vóór van betere demping voorzien zouden zijn.

Hoe nu verder

Het rijden met de oliedemper en de stuggere vering bevalt me heel erg goed. Ik denk dat het aan te raden is voor iedereen die doorgaans harder rijdt dan 40 km/h, zeker in combinatie met comfortabele snelle banden als de Shredda en de Almotion.
Velomobiel.nl levert deze nieuwe demper nu nog niet. Ik ben de eerste die met het prototype fietst. Velomobiel.nl zal zelf ook nog met deze constructie gaan experimenteren. Als de demper leverbaar gaat worden zal het mogelijk een andere uitvoering worden dan waar ik nu mee fiets.

zaterdag 16 april 2016

Stinkende lycra

Lycra fietskleding gaat op een gegeven moment stinken. Bij mij wel tenminste. Met de reguliere was kreeg ik de geur er niet uit. Na het wassen lijkt de geur verdwenen maar zodra ik er weer een beetje in zweet is 'ie weer terug. Ik zocht daar dus een oplossing voor. Op internet vond ik er twee:

  1. Kleding bevochtigen met glansmiddel voor de vaatwasser
  2. Kleding laten weken in azijn

Ik probeerde beiden. Met een busje glansmiddel (1 euro nogwat) kon ik net één shirt en twee thermohemden doen. Na ze bevochtigd te hebben liet ik ze een nacht in een emmer staan. Daarna waste ik ze mee met de reguliere was. Ook na fietsen is de geur nu verdwenen.
Een zelfde aanpak volgde ik met een ander shirt maar dan door 'm met azijn te bevochtigen. Zelf kan ik de geur van azijn redelijk hebben maar niet al mijn huisgenoten waren hier blij mee. Na het shirt meegewassen te hebben is de vieze lycra-lucht inderdaad verdwenen. De geur van de azijn helaas niet.

Conclusie: gebruik glansmiddel voor de vaatwasser om vieze geur uit lycra te verwijderen, tenzij je erg van azijn houdt.

zondag 10 april 2016

Fietsers wakker worden!

Ik snap het best

Ik snap het best dat reguliere ligfietsen nooit populair zijn geworden. In de stad hebben ze eigenlijk alleen maar nadelen. Buiten de stad (het merendeel van de fietsers is daarmee al afgevallen) kunnen ze voordelen hebben. Sommige modellen zijn zeer comfortabel maar een deel daarvan is weer absurd traag of komt echt een helling niet op. Voor fietsvakanties bestaan er hele fijne modellen. Andere ligfietsen zijn flink snel maar doorgaans zijn die weer weinig comfortabel, eng laag of klimmen slecht. Hier komt nog eens bij dat ligfietsen een serieus imageprobleem hebben. Je bent naar het schijnt al snel een veganistische zuurpruim als je zo'n ding berijdt.

Zeker op een mooie dag als vandaag kom je hordes fietsers tegen die lekker de stad uit willen om alleen of in een groep lekker een flink eind te rijden, liefst in een sportief tempo. Net als ik dus. Mijn RaptoBike 2x28" is een beetje een fiets in de categorie die deze heren (en enkele dame) berijden, maar dan flink sneller, en zelfs heuvel op niet trager. Toch zou ik niet willen er de kost mee te moeten verdienen deze superfiets aan de reguliere weekendrenner te slijten. De bijna horizontale lichaamshouding vormt voor de meesten een te grote drempel.

Ik snap er niets van

Ik snap er niets van dat de renners, de doorgaans 'middle aged men in lycra' (mamils) die net als ik genieten van het sporten, het buiten-zijn, het afleggen van flinke afstanden, liefst met een zo hoog mogelijke snelheid, als het even kan met ook nog wat speelse onderlinge competitie, niet veel vaker kiezen voor een velomobiel. Is het de groepsdruk om te conformeren? Is het de prijs? Is het dat zo'n fiets wat lastiger te stallen is? Ik kan me voorstellen dat dat allemaal meespeelt maar niet in die mate dat een velomobiel toch een zeldzame verschijning is. Mijn Quest is niet een beetje maar echt flink veel sneller dan een racefiets, mijn Quest is ook nog eens comfortabeler, mijn Quest kan bovendien flink wat spullen vervoeren & ik vermoed dat mijn Quest ook nog eens veiliger is. Wat wil je nog meer?

Jongens en meisjes, wakker worden! Je rijdt helemaal niet snel als je 35 km/h doet. Zonder topsporter te zijn hoef je je niet eens absurd uit te sloven om 45 km/h te fietsen. Zonder ondersteuning! Je hoeft niet te stoppen je fiets als forensvoertuig te gebruiken als het kouder is dan 10 graad Celcius. Jongens en meiskes, jullie begrijpen niet welke enorme potentie de fiets nog biedt buiten het archaïsche model dat jullie nu onder jullie in lycra gehulde derrières hebben.
Soms zou ik dit uit willen schreeuwen als ik weer eens een groepje renners met 10 km/h snelheidsverschil of meer inhaal.

Ik vrees dat ze mij nu maar een irritante valsspeler vinden, een uitslover die ongetwijfeld een elektromotor ingebouwd heeft.

woensdag 6 april 2016

Geluk

Soms dan fiets ik en opeens
dan bemerk ik dat
ik zachtjes zing.

Ruisende wind, benen vol met bloed
M'n hart dat klopt

Dat is alles wat ik wil,
fietsen met de wind.

When I'm sad,
she comes to me

With a thousand smiles
she gives to me free
It's alright, she said
it's alright

Take anything you want from me

Anything
Anything

Fietsen met de wind

donderdag 31 maart 2016

Snelheid moderne Quest & de Quattrovelo

Gistermiddag reed ik voor het eerst met de 'nieuwe' Quest #752 naar mijn werk in Den Haag. Op de heenweg moest ik nog flink de weg zoeken (vooral rondom Gouda en in Den Haag) en deed ik 2 uur en ~20 minuten over de 73 km. Er stond daarbij een vrij krachtige tegenwind. Op de terugweg, de wind wat gedraaid dus niet pal van achter, ging het flink rapper dan ik voor mogelijk had gehouden.

Ik vertrok om 17:55 uit hartje Den Haag (nabij Centraal Station) en was exact om 19:55 weer thuis in Houten. Een gemiddelde dus van 36,5 km/h met daarbij ook het fietsen door de stad, stoplichten etc. Ik vind het zelf onvoorstelbaar snel. Zo'n zeven jaar geleden forensde ik af en toe 53 km met Quest #284 naar Amsterdam Zuid. Mijn record op die afstand was toen 1 uur 25 minuten ofwel een gemiddelde van 37,4 km/h. Op die kortere route kwam ik echter maar een stoplicht of drie tegen.

Mijn subjectieve indruk is dus dat de moderne Quest merkbaar sneller is dan de oudere Quests.

Snelheid is natuurlijk altijd mooi maar de vraag is wat je er mee kan. Vooral tussen Gouda en Nieuwegein (N288) fietste ik vaak op het randje van wat de infrastructuur mogelijk maakt. Vooral slingers in het fietspad nam ik telkens toch met enige vrees dat de volgende bocht toch te krap zou zijn om zonder omgaan te nemen. Een betere Quest is daarom denk ik niet meer perse een snellere Quest. Naast het wegcomfort waar ik eerder over blogde zou vooral een betere bochtenstabiliteit de fiets beter maken.

De DF schijnt (ik heb er nog niet in gereden) een flink betere bochtenstabiliteit te hebben maar dat gaat ten koste van de bodemvrijheid en het comfort. Dat is een ruil die ik bijvoorkeur niet zou maken. De Quattrovelo biedt (naar het schijnt, ook hier heb ik nog niet in gereden) een betere bochtenstabiliteit en meer comfort, waarschijnlijk ten koste van een beetje snelheid. Gevoelsmatig zou ik geen snelheid willen inleveren maar rationeel beschouwd klinkt dit als de beste aanpak voor een betere forens-velomobiel.

zaterdag 26 maart 2016

Shredda naar de shredder - Durano terug

Een Shredda in de shredder? Nee, ik ben mijn geloof in het comfort en de snelheid van bredere banden niet verloren, maar één van de Shredda's die ik pas een paar honderd km terug opgelegd had kan wel door naar de shredder. Tijdelijk weer de vorige banden omgedaan, de Durano Plussen, die er op zaten toen ik de fiets kocht.

Wat is er gebeurd? Sind ik de fiets heb 'dendert' 'ie een beetje als een trein. Op glad asfalt was het te merken, 'kendeng, kedeng, kedeng.' Linksvoor zag ik een beetje hoogteslag maar het leek me sterk dat dat zo'n merkbaar effect zou kunnen hebben. Toen ik recent de smalle Durano's verving door de Shredda's was ik verbaasd wat een brede en dikke binnenband er tevoorschijn kwam. Op één van de banden meende ik aan sporen op de binnenband te zien dat de band dubbel had gezeten. Ik dacht de band netjes in de flink ruimere Shredda's gelegd te hebben maar de fiets bleef toch 'kedeng, kedeng, kedeng' doen.

Gisteren werd het eigenlijk meer 'KEDENG, KEDENG, KEDENG' dus vanochtend bekeek ik de wielen nog eens goed. Linksvoor bleek een flinke bochel in de Shredda te zitten. Ik dacht eerst aan een fabricagefout. In de binnenzijde van de band zat midden in de lengterichting een oneffenheid van een centimeter of 10 lang, alsof het onderliggende canvas daar gescheurd was.
Om toch te kunnen fietsen besloot ik de Durano's weer terug te plaatsten. Toen ontdekte ik dat de binnenbanden niet zonder origami-kunsten in smalle Durano's pasten. Er begon een lichtje te branden. Ik pakte een Shredda en deed daar de binnenband in, net zo opgepompt dat 'ie gevuld is maar niet echt onder spanning staat. De binnenband paste alleen als een worst met veel insnoeringen in de Shredda. Dat leek me niet goed. De binnenband had dus ook in de Shredda niet goed omgelegen en daardoor deze buitenband vernield.

In de Durano's dus maar andere binnenbanden gedaan (de te grote banden waren Vredestein Juniors), standaard Schwalbe 6V banden. Dit paste wel goed. Het kedeng-kedeng tijdens het fietsen is nu voorbij. Ik miste wel meteen weer het comfort van de Shredda's maar de bestelling van een nieuwe band is al geplaatst.

zondag 20 maart 2016

Op de school voor velomobielontwerpers

Op de eerste dag op de Hogeschool voor Velomobielontwerp krijgen de studenten meteen de belangrijkste les: Het ontwerp van een velomobiel is altijd een compromis. Op basis van de gebruikerswensen moet er bij ontwerp van de fiets een afweging gemaakt worden tussen tegenstrijdige en in essentie subjectieve eisen, zoals snelheid, comfort, bagagecapaciteit, gewicht, degelijkheid etcetera. Hoewel de ideale velomobiel dus niet kan bestaan, zal een goede velomobielontwerper desondanks altijd naar de ideale oplossing blijven streven.

Geef het ze maar eens te doen, die aspirantvelomobielontwerpers. Hoewel die ideale velomobiel inderdaad niet kan, bestaan is het werk van de velomobielontwerper de laatste jaren wel een stuk makkelijker geworden. Voor menig velomobilist zijn de belangrijkste criteria waar de fiets aan moet voldoen snelheid en comfort. Vroeger moest je om snel te kunnen rijden smalle en keiharde bandjes gemonteerd hebben. Uiterst oncomfortabel. Wilde je comfort dan legde je een slof om die je minder hard oppompte. Dat was vroeger!
Tegenwoordig voorzie je je fiets van een brede band met relatief lage druk en je hebt zowaar comfort én snelheid. Denk bijvoorbeeld aan voorbanden als de Shredda (van 40mm of meer), de F-Lite of als achterband aan de 55mm brede Marathon Almotion.

Als je nu een velomobiel ontwerpt dan zal je voor de meeste gebruikers dus een fiets ontwerpen waar dit soort banden onder passen. Logisch dus dat bijvoorbeeld het ontwerp van de Quattrovelo van Velomobiel een laatste tuning krijgt om ook goed met moderne brede banden te kunnen rijden. Zelfs Daniël Fenn ontwerpt nu fietsen waar 50mm brede banden op gemonteerd kunnen worden.

Leve de vooruitgang! Ik ben benieuwd welke tegenstrijdige ontwerpcriteria straks nog meer toch ook best verenigbaar blijken te zijn.

PS: Vandaag met voor Shredda's en achter een Marathon Almotion 121 km gefietst met een gemiddelde snelheid van 37,5 km/h.

zondag 13 maart 2016

Een betere Quest

Na een aantal jaren zonder velomobiel heb ik nu weer zo'n 1000 km in de benen met de Quest die ik overnam van Marcel Beekmans (#752). Een mooie gelegenheid om mijn ervaringen samen te vatten en te delen.

Ik ben blij dat ik weer een velomobiel heb. De vorige (#284) kocht ik meer dan de huidige met het idee een soort van autootje te hebben waarmee ik naar het werk zou kunnen rijden (één keer per week 53 km en weer terug). Dat beviel, maar toen ik een nieuwe baan kreeg werd de forensroute te lang (73km) en vooral te lastig (Houten - Den Haag). In een levensfase met jonge kinderen zag ik veel en ver toeren met de Quest niet zitten.
De nieuwe Quest kocht ik juist met het idee om met enige regelmaat een sportieve tocht te kunnen maken, zonder sterk afhankelijk te zijn van weer en seizoen. Voor dat gebruik is de Quest een fijn voertuig.

Tijdens het fietsen in de Quest probeer ik een balans te vinden tussen aandacht voor mijn omgeving (natuur en verkeer), voor mijn lijf én voor de fiets.

Wat betreft de aandacht voor mijn omgeving is het met een Quest bovenal genieten dat je zo'n enorme actieradius krijgt en daarmee veel van de wereld ziet. Afstanden die ik met mijn snelle tweewieler ver vond doe ik nu met groot gemak. Dat heeft behalve met de snelheid van de Quest ook zeker met het comfort te maken. Ik heb de indruk dat het ontspannend werkt om niet voortdurend een fiets in evenwicht te moeten houden. Het uit de wind zitten in de stroomlijn van de Quest is ook uiterst aangenaam. Ik moet wel leren meer te anticiperen op het andere verkeer, met name op de zo veel tragere fietsers. Zo haalde ik vandaag een peloton racefietsers in dat niet verwacht had dat een andere fiets hen met een flink snelheidsverschil in zou komen halen. Hoewel ik de inhaalmanoeuvre begon door te bellen kon ik enkel door flink remmen ternauwernood voorkomen dat de breed afzakkende kopman onzacht met de Quest kennismaakte.

Het gewicht van de Quest houdt zeker voor een beginnende of herintredende velomobilist het risico in dat vooral bij optrekken knieën te zwaar belast worden. Naast aandacht voor met voldoende hoge frequentie 'rond' te trappen - wat er toe leidt dat ik de pedalen niet alleen van me af duw maar afwisselend ook naar me toe trek - ben ik herhaaldelijk bezig geweest om de juiste afstand tussen zitje en trapas te vinden. Zeker toen ik de fiets net had waren mijn vingers bijna voortdurend zwart van het kettingsmeer omdat ik door verschuiven van de trapas de ketting dan weer eens langer en dan weer eens korter moest maken. Ik ben dus alert voor overbelasting maar geniet er ook van fysieke grenzen op te zoeken en mijn lijf flink te laten werken.

Als mijn aandacht bij de fiets is ,let ik op hoe de fiets loopt, het geluid, de bewegingen en of alles goed functioneert. Zeker in het begin moet je je de geluiden, bewegingen en gedragingen van de fiets echt eigen maken. Waar ik me aanvankelijk het meest stoorde was dat op slecht wegdek de fiets veel herrie maakt, minder hard wil en ook minder goed te controleren is. Bij een betere velomobiel zou ik vooral daar op willen inzetten. Ondertussen heb ik echter de Durano+ banden vervangen door de bredere Shredda's en is dit veel minder een punt. Toch zou ik verdere verbetering vooral nog op het vlak van de wegligging zoeken. Toen ik vandaag met hoge snelheid van perfect asfalt op slecht asfalt kwam leek het ineens op fietsen op een wasbord met zeep. Gelukkig hield ik voldoende controle maar ik kan me voorstellen dat met betere dempers / schokbrekers, of misschien wel met vier wielen, dit gedrag te voorkomen is. Wat betreft de dempers: als ik veel kracht overbreng dan gaat de fiets naar mijn zin wat veel schudden. Stuggere vering zou dat verhinderen maar heeft in praktijk vast niet alleen voordelen.
Tot slot ben ik in snelle bochten altijd een beetje bang voor omgaan. Zonder die nu zo functionele vrees zou het fietsen nog meer genieten zijn.

woensdag 17 februari 2016

In cadans

Ik fietste 's ochtends op de dijk tussen Amerongen en Wijk bij Duurstede.

De temperatuur nog onder nul, de uiterwaarden wit berijpt. De winterzon, laag in het zuidoosten, doet haar best de wereld te verlichten.

Sinds een paar weken heb ik weer een velomobiel, en begin de voor het fietsen vereiste balans te hervinden. Ik trap hard, maar niet te hard, in vaste cadans. Het lijf geniet er van flink te moeten werken.

De fiets en ik dansen over de weg, met de dijk mee slingerend tussen de weilanden, in de zon.

Een auto komt ons tegemoet. M'n eerste reactie "Wow, een Maserati!". Dan voel ik weer het gestage werken van mijn warme lijf, de cadans van mijn benen, de frisse rijwind langs m'n gezicht en besef dat op dit moment niemand meer te benijden is dan ik in mijn fiets.