donderdag 30 juni 2016

De velomobiel en de dodo

Vox populi

In de vox populi op twitter en andere sociale media heeft de ligfietser geen goede naam. Dit gesundes Volksempfinden is volkomen begrijpelijk want ligfietsers zijn namelijk ook arrogante kwallen met een enorm bord voor hun kop. Ligfietsers volharden vanuit een misplaatst idealisme in een manier van voortbewegen die achterhaald, onooglijk, asociaal en gevaarlijk is. Het zijn fietsers die levensmoe zijn met hun zure biologische spruitjes-grijns van "zie mij eens bewust bezig zijn". Levensmoe, want zo laag dat je ze wel over het hoofd moet zien. En dan die calvinistische blik van "ik fiets beter dan jij," terwijl ze zich in het zure linksdraaiende yoghurt-zweet werken om vooral maar hun gelijk proberen te halen door rustige peddelende huisvaders voorbij te puffen.

Gelukkig zullen we spoedig het einde van dat lage soort meemaken. Zelfs de meest verstokte ligfietser zal niet blind kunnen blijven voor de voordelen van de laatste ontwikkelingen op fietsgebied. Let's face it: een vlot modelletje 'pedelec'-fiets is door de meeste van die laag-bij-de-grondse sandaalfietsers niet bij te houden. Op een normale elektrisch ondersteunde fiets heb je een wijde blik op de wereld en zie je dus ook eens wat anders dan autobumpers of verwilderd gras. Op een e-fiets neem je makkelijk bagage of kinderen mee, stap je snel op of af. Een e-fiets is overal goed te parkeren en kan bij de fietsenmaker op de hoek onderhouden worden. Op een e-fiets krijgt je dan soms een fris buitje over je heen, maar veel liever dat dan een nauwelijks drogere maar wel naar boterzuur-zweet stinkende banaanfietser.

Zalig zijn de laatste achter gras en motorkap verstopte ligfietsers, weldra zullen ze voor eeuwig liggen.

De velomobiel levensvatbaar?

De lezer begrijpt dat voorgaande prikkelend bedoeld is en dus niet geheel letterlijk genomen moet worden. De onderliggende boodschap is een serieuze. Misschien vormt de ligfiets, en ik wil het hier specifiek over de velomobiel hebben, wel een achterhaalde en dus tot uitsterven gedoemde tak in in de evolutionaire boom van de fiets? Biedt de velomobiel wel voldoende meerwaarde ten opzichte van nieuwere ontwikkelingen op fietsgebied zoals bijvoorbeeld de pedelec? En is de innovatieve basis van de velomobielwereld wel breed genoeg om het Darwinistische geweld van grootschaliger fietsinnovaties het hoofd te kunnen bieden? Ontwikkelt de velomobiel zich wel in een levensvatbare richting?

Geschiedenisles: een superieur stuk techniek?

Als ligfietser of velomobilist zijn we overtuigd van de superioriteit van ons vervoersmiddel ten opzichte van wat we laatdunkend 'bukkers' noemen. Hoe terecht is dat eigenlijk nog? Er valt een les te leren uit de vroege geschiedenis van de fiets. Rond 1870 kwam er een nieuw model op de markt. We kennen die fiets nu als de 'hoge bi'. Door het grote voorwiel kon deze aanmerkelijk sneller rijden dan voorgangers. De fiets kreeg daarmee een grotere actieradius en werd zo een stuk praktischer. Een andere belangrijke innovatie gebeurde zo'n 15 jaar later, in 1885. Het model dat bekend kwam te staan als de 'safety bike' is in hoofdlijnen al gelijk aan het gewone hedendaagse rijwiel. Dankzij de innovatieve toepassing van een ketting en tandwielen kon het gewenste verzet eenvoudig gerealiseerd worden zonder de omvang van het aangedreven wiel te moeten vergroten. De fietser kwam in vergelijking tot de hoge bi minder hoog te zitten wat het fietsen veiliger maakte en het op- en afstappen eenvoudiger.

Omdat de safety bike sneller, veiliger en praktischer was zou je verwachten dat het al snel gedaan was met de hoge bi. Dat gebeurde niet, integendeel zou je kunnen zeggen. Vooral onder welgestelde jonge mannen bleef de hoge bi dé fiets. Juist die hoogdrempeligheid van de hoge bi maakte het tot een aantrekkelijke fiets. Niet iedereen kon er op rijden. Ondertussen werd het voorwiel van de hoge bi juist nóg groter gemaakt zodat de fiets sneller, nog stoerder, nog duurder, nog gevaarlijker en nog hoogdrempeliger werd [bron: 1]. Uiteindelijk liep deze ontwikkeling dood, zoals we nu weten. De hoge bi werd zo'n nicheproduct dat het de dodo wel moest volgen.

Is de recent ontwikkeling van de velomobiel misschien niet veel anders dan de laatste ademstoot van de hoge bi? Lijkt arrogantie van de ligfietser niet verdacht veel op die van de aristocratische berijder van de hoge bi die letterlijk en figuurlijk neerkeek op de laagdrempelige safety bike?

Van belofte tot niche

Aan het einde van de vorige eeuw was de Flevobike Alleweder de eerste velomobiel - avant la lettre - die zich in een zeker mate van populariteit kon verheugen. Zelfs in de grotere dagbladen werd met enthousiasme over de Alleweder en de potentie van de gestroomlijnde ligfiets gerept [bron: 2]. Toen Allert Jacobs en Ymte Sijbrandij rond 2000 met de Quest op de markt kwamen werd dat door mij en vele anderen als een wat te extreme en minder toegankelijke variant van de Alleweder gezien. Behalve de hoge prijs werd vooral de grote draaicirkel door de dichte wielkasten gezien als een factor die de fiets alleen voor een kleinere groep interessant zou maken. De Quest werd desondanks toch de populairste velomobiel en daarmee ook het referentiemodel. Daarmee nam de Quest het stokje over van de Alleweder. Op haar beurt heeft de Quest sinds een paar jaar het stokje over moeten geven aan de DF van Daniel Fenn. Daarmee is de velomobiel weer een stukje minder toegankelijk geworden. Ook sneller, inderdaad maar met een lastiger instap, minder rijcomfort, minder bodemvrijheid, een lichter dus kwetsbaarder body, een hogere prijs. Ondertussen woedt op het Duitstalige velomobiel-forum extremisme ten top, volgens menigeen daar is een Quest hooguit nog geschikt als een simpele beginnersvelomobiel [bron: 3]. Bezoek anno 2016 eens een ligfietswedstrijd en het resultaat hiervan is jammerlijk duidelijk: de velomobiel is tot een nicheproduct onder de nicheproducten verworden.

Het lot van de dodo en de hoge bi ligt op de loer maar ik denk dat er ook in een wereld met e-assist fietsen en pedelecs kansen liggen voor de velomobiel. De trend van het regime van steeds snellere en daarmee vooral ook hoogdrempelige velomobielen moet dan wel doorbroken worden.

Laagdrempeligheid uit het oog verloren

Recent kocht ik een oude Flevobike Alleweder. Juist de Alleweder laat zien wat we gedurende de ontwikkeling van de afgelopen 20 jaar kwijt geraakt zijn in de zoektocht naar sneller en lichter. Het is een verrassend super laagdrempelig en 'fun' fietsje, óók voor gebruik in de stad (voor zover mijn woonplaats Houten zo genoemd mag worden). Op een bepaalde manier spring ik er zo in om even een boodschap te doen terwijl ik me wel drie keer moet bedenken om dat met de Quest te doen. Inderdaad speelt de al genoemde ruimere draaicirkel hierbij een rol maar er is meer dan dat. De aluminium-body maakt dat ik me verplaats zonder zorgen om krassen of door nieuwsgierige vingers veroorzaakte deukjes of barsten in de gelcoat. Bovendien, zo merk ik nu, maakt de compacte vorm van de fiets ook dat het rijden in het ding minder een statement is. Parkeren is ook stukken makkelijker.

Natuurlijk is de Alleweder het verleden en niet de toekomst van de fiets of van de velomobiel. Sinds de Alleweder is er veel verbeterd. Mijn moderne Quest is echt flink sneller. Als er wéér een nog snellere velomobiel op de markt komt dan de DF zal ik 'm als uit een automatisme ook willen hebben. Ik hoop echter van harte dat zowel ontwerpers als consumenten zich niet alleen botweg laten leiden door gewicht en snelheid. Het veelomvattend begrip 'laagdrempeligheid' vormt hier de sleutel. Als we samen die trend kunnen buigen dan zal de geschiedenis van de velomobiel een veel mooiere worden dan die van de dodo of de hoge bi.

Bronnen

  1. Bijker, W., 1995, Of Bicycles, Bakelites, and Bulbs: Toward a Theory of Sociotechnical Change, Cambridge [etc.]: MIT Press.
  2. Zoekvraag "Alleweder" in collectie "Kranten tot 1995" van www.delpher.nl http://www.delpher.nl/nl/kranten/results?query=alleweder&page=1&coll=ddd
  3. Macht es noch Sinn ein Quest zu kaufen? Discussie op www.velomobilforum.de http://www.velomobilforum.de/forum/index.php?threads/macht-es-noch-sinn-ein-quest-zu-kaufen.44666/

dinsdag 21 juni 2016

Andere pedalen, souvenir van Cyclevision

Cyclevision Lelystad, zo'n jaar of 15 geleden. Zesuursrace op de RDW-baan. Hoewel ik nauwelijks getraind had, dacht ik wel even 6 uur lang met de Baron 40 km/h te kunnen gaan rijden. Ik stelde me voor één keer tot 40 km/h te versnellen en dan met verstand op nul dit tempo gewoon vol te gaan houden. Dat viel toch vies tegen! Door de wind was het niet mogelijk om de rondjes van 2,8 km met een constante snelheid te rijden. Dat betekende dat er telkens geschakeld moest worden en dus telkens ook weer een optimale snelheid gevonden moest worden. Zeker met een zeer gebrekkige training is het dan lastig in te schatten wat een haalbare snelheid is.

Ik reed in het begin veel te hard. Dat tempo liet ik geleidelijk varen. Ik moest wel want ik had het zwaar, heel zwaar. Na een uur of 3 worstelen begon ook nog eens mijn rechtervoet te branden. Ik probeerde het te negeren maar na 4 uur racen was de pijn niet meer vol te houden. Ik stopte om wat te gaan lopen. De ergste pijn verdween snel. Na 10 minuten kan ik de race in een weer wat lager tempo hervatten. De pijn hield aan maar was door minder kracht te zetten nog enigszins dragelijk. Het laatste uur zakte mijn snelheid regelmatig onder de psychologische barrière van 30 km/h. Na 6 uur fietsen had ik iets van 206 km op de teller er bij.

Sinds die race jaren geleden heb ik bij lange ritten nog steeds af en toe pijn aan mijn rechtervoet. Het is een brandend gevoel ter hoogte van het SPD-plaatje. Mijn middelste tenen gaan bovendien tintelen. Na het fietsen is de pijn snel voorbij maar het tintelen van mijn tenen kan weken lang aanhouden.

Toen ik onlangs naar Keulen fietste kwam na 130 km dat brandende gevoel weer opzetten. Door met mijn rechtervoet wat minder kracht te zetten, wat meer 'rond' te trappen en ook de kracht wat meer met de zijkant van mijn voet te zetten was er nog wel mee door te fietsen.

Opvallend is dat ik afgelopen weken zelfs eelt ontwikkeld heb precies ter hoogte van het SPD-plaatje. Dat geeft te denken dat schoenen met steviger zolen en bredere pedalen een oplossing kunnen zijn. Op internet las ik bovendien van vergelijkbare symptomen die veroorzaakt worden door een zenuw die richting voetzool gedrukt wordt, onder andere omdat de tenen te veel samengeklemd zouden worden. Fietsen met dunnere sokjes zou daarvoor al een verlichting kunnen betekenen.

Recent schafte ik daarom bredere Shimano SPD-SL pedalen aan. Ik kocht daarbij een paar extra brede fietsschoenen. De eerste ervaring, opgedaan tijdens een relatief kort ritje van 120 km, is positief. Ik kreeg in ieder geval niet het brandende gevoel. Het tintelende gevoel in mijn tenen is sinds de rit naar Keulen niet meer verdwenen, benieuwd hoeveel tijd dat nodig zal hebben. In ieder geval heb ik goede hoop de oorzaak van de problemen weggenomen te hebben.

zaterdag 18 juni 2016

Leve de auto, leve het fietspad!

Vroeger, toen ik nog jong & onwetend was, dacht ik dat fietspaden aangelegd werden ten behoeve van fietsers. Des te meer fietspaden des te beter. Ieder fietspad is per definitie goed. Leve het fietspad!

Sinds ik veel op snelle ligfietsen rij, snap ik dat een fietspad niet altijd voor alle fietsers een goede oplossing is. Ik stoorde me daar niet aan. Integendeel zelfs, fietsen op een minder fietspad versterkte het gevoel dat ik op mijn lage snelle ligfietsje onderdeel uitmaakt van een kleine voorhoede, een fietser uit de toekomst. Een toekomst waarin bijna iedereen zich snel, gezond, sportief en milieuvriendelijk fietsend voortbeweegt. Dag hotsend klotsend tegelfietspad uit het verleden, verderop lonkt het snelle asfalt!

In de loop der jaren nam toch het gevoel van onbegrip toe. In veel situaties zag ik niet meer in waarom een stuk fietspad voor fietsers van nut zou zijn. We zijn in Nederland trots op de enorme lengte van het fietspadennetwerk, maar veel fietspaden kunnen we beter arm zijn dan rijk, ze voegen niets toe aan het stimuleren van het fietsgebruik, ze beantwoorden niet aan de behoefte van fietsers.

Met dat besef in mijn achterhoofd maakte ik onlangs een fietstocht van Houten naar Keulen. Ik verwachtte in Duitsland weinig fietspaden maar wel veel goed asfalt. Een walhalla voor snelle fietsers, zo had ik gehoopt.

Echter, kom je in Duitsland met een (voor met een velomobiel redelijk ontspannen) snelheid van ruim 40km/h bij een stadje aangereden, maant een rond blauw bord je om over een drempel de stoep op te rijden. Een stoep die gedeeld wordt met wankelende bejaarden, spelende kinderen, masten voor straatverlichting en bloembakken. Naast je lonkt het gladde asfalt maar juist als je bij je buren te gast bent wil je de regels niet overtreden. Alleen iemand die fietsers haat of vreest, of - meer neutraal - echt geen flauw idee heeft van het gebruik van de fiets anders dan als kinderspeelgoed, kan een dergelijk fietspad verzinnen én verplicht stellen.

De fietspaden buiten stadjes zijn vaak smal en het wegdek is dikwijls slecht. Bovenal beginnen en eindigen ze plots, doorgaans met drempel. Een dikke kras op de bodem van mijn Quest vormt daar het bewijs van. Ook was ik al fietsende vaak de verhoogde oprit van een verplicht fietspad al gepasseerd voordat ik het door had. Fijn doorfietsen zit er zo niet in.

Terwijl ik zo probeerde om mijn Quest op een vlotte manier over de Duitse wegen te leiden kon ik uiteindelijk maar één conclusie trekken: veel fietspaden in Duitsland zijn niet aangelegd omdat fietsers er profijt van hebben maar juist de automobilisten. Geen nare fietsers meer in de weg? Stuur ze de stoep op! Lekker doorgassen zonder hinder van traag verkeer? Geef die fietsers een veredelde vluchtstrook! Geen toestanden met aansprakelijkheid na aanrijding met zo'n uitslover in lycra? Maakt het fietspad verplicht! Niets zo goed voor de automobilist als het fietspad! Leve de auto, leve het fietspad!

De lezer kan mijn woeste ideeën nu gaan karakteriseren als 'doorslaan' maar recent illustreerde zelfs een Duitse burgemeester hoe bestuurders op fietsers neerkijken. Voor het inhalen van fietsers op de rijbaan wil hij aan rechterzijde van zijn auto een spuit met gier monteren ("Bei meinem nächsten Auto lasse ich mir zwei Behälter fürs Scheibenwischen einbauen. Einen auf der rechten Seite, mit Jauche fürs Überholen").

Op de terugweg uit Keulen heb ik praktisch alle borden van het type "Verplicht fietspad" genegeerd en dat voelde als een bevrijding. Het fietsen ging niet alleen sneller, maar ik kon er ook weer veel meer van genieten. Ik denk bovendien dat het niet wezenlijk minder veilig was.

Eind goed al goed dus? Helaas niet. Ik kan de gedachte niet meer 'ontdenken' dat fietspaden niet alleen in Duitsland maar ook in Nederland dikwijls helemaal niet voor fietsers maar juist voor automobilisten aangelegd worden. Ik zoek daar geen complot tegen fietsers achter maar eerder een grotendeels onbewuste en cultureel bepaalde houding waarin automobilisten als volwaardige verkeersdeelnemers gezien worden en fietsers altijd 'te gast' zijn. Dat er speciale fietsstraten bestaan die expliciet aangeven dat de auto 'te gast' is bevestigt dit.

Daar bovenop is bovendien het heersende beeld van 'de fietser' achterhaald. Fietsers die 25 km/h rijden worden zowel door de media als door 'de man op straat' als 'gevaarlijk snel' omschreven terwijl straks het merendeel van de (ondersteunde) fietsers zo snel rijdt. Over fietsen (fietsachtigen) als pedelecs nog niet eens gesproken. Zeker in het licht van de enorme uitdagingen die het klimaatakkoord van Parijs ons stelt is het de hoogste tijd om alles wat we menen te weten over fietsinfrastuctuur los te laten en geheel 'out of the box' na te denken over een infrastructuur die fietsers vrij baan geeft.

dinsdag 14 juni 2016

Beginnersfoutje

Nadat de band linksvoor eerst lek leek maar het niet was en toen op exact dezelfde locatie echt lek werd, heeft die band nog drie keer leeg gestaan. Twee keer vóór vertrek en toen ik afgelopen zondag uit Keulen kwam gefietst bleek ik het laatste stuk met een zo goed als lege band gereden te hebben. Telkens linksvoor.

Voldoende reden dus voor een serieus onderzoek naar de oorzaak. Zoals te verwachten bleek het lek telkens op de zelfde plek te zitten. Daar had ik eerder al een stukje ruw canvas aan de binnenzijde van de Shredda geconstateerd. Door het talkpoeder dat ik nu gebruik voelt het canvas nergens meer ruw. Wel kon ik bij nadere inspectie toch een minuscuul klein stukje glas in het loopvlak van de Shredda ontwaren.
Toch een heel gewoon lek dus. Beginnersfoutje...

maandag 13 juni 2016

Rit naar Keulen (en terug)

Berichtje voor de statistiek: vrijdag ben ik naar Keulen gefietst (specifiek Dansweiler, 15 km buiten de stad). Ik vertrok om 12:15 uit Houten en kwam om ongeveer 18:40 aan. De route die ik volgde had ik laten berekenen door brouter.de , waarbij ik had aangegeven met een velomobiel te rijden. Zondag fietste ik 's ochtends terug. Volgens mijn teller was de rijtijd terug 6h 06m, afstand 208 km, gemiddelde snelheid 34 km/h.

Een uitgebreider bericht dat vooral ingaat op zin en onzin van fietspaden (in het algemeen en in Duitsland in het bijzonder) volgt.

maandag 6 juni 2016

Fietsen als meditatietechniek

Toen ik onlangs op een mooie zaterdagochtend een rondje Hoge Veluwe fietste, werd ik bevangen door een aangenaam gevoel van nostalgie. Althans, het was een prettig gevoel dat ik in eerste instantie vooral associeerde met de zorgeloze tijd uit mijn jeugd. Ik probeerde te begrijpen wat maakte dat ik het gevoel zo sterk met vroeger associeerde. Er was geen concreet voorval. Geleidelijk daagde het me dat de nostalgie vooral een bijsmaak was. Wat overheerste was een wat lastiger te herkennen gevoel dat ik me herinner uit mijn jeugd. Het gevoel, zo kan ik het nu benoemen, dat de tijd opgehouden is te bestaan. Geen verleden, geen toekomst. Alleen het nu. Mijn lijf, de fiets, een nog bleek zonnetje, de geuren en geluiden van de wereld. Alles in het tijdloze nu.